Nederlands
Uitgebreide vertaling voor spatter (Nederlands) in het Spaans
spatter:
-
spatter (spat)
Vertaal Matrix voor spatter:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mancha | spat; spatter | blaam; buurtschap; gat; gehucht; harde slag; klap; kledder; klodder; klont; klonter; kwak; lik; moesje; nop; schar; smet; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje; zwabber |
salpicadura | spat; spatter | gespat; moesje; nop; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje |