Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- sparen:
- spar:
-
Wiktionary:
- sparen → ahorrar, economizar, escatimar
- sparen → ahorrar, guardar, reservar, economizar, escatimar, deplorar, arrepentirse de, lamentar
- spar → abeto
- spar → abeto, pícea, abeto rojo, picea, abeto falso, abeto del Norte
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor sparen (Nederlands) in het Spaans
sparen:
-
sparen (op bankrekening zetten)
quedar; ahorrar; acumular; coleccionar; reunir; sobrar; juntar; combinar; acopiar; compilar; compaginar; economizar-
quedar werkwoord
-
ahorrar werkwoord
-
acumular werkwoord
-
coleccionar werkwoord
-
reunir werkwoord
-
sobrar werkwoord
-
juntar werkwoord
-
combinar werkwoord
-
acopiar werkwoord
-
compilar werkwoord
-
compaginar werkwoord
-
economizar werkwoord
-
-
sparen (ontzien; in acht nemen; verschonen)
-
sparen (bijeenzamelen; verzamelen; vergaren; opeenhopen; oppotten)
Conjugations for sparen:
o.t.t.
- spaar
- spaart
- spaart
- sparen
- sparen
- sparen
o.v.t.
- spaarde
- spaarde
- spaarde
- spaarden
- spaarden
- spaarden
v.t.t.
- heb gespaard
- hebt gespaard
- heeft gespaard
- hebben gespaard
- hebben gespaard
- hebben gespaard
v.v.t.
- had gespaard
- had gespaard
- had gespaard
- hadden gespaard
- hadden gespaard
- hadden gespaard
o.t.t.t.
- zal sparen
- zult sparen
- zal sparen
- zullen sparen
- zullen sparen
- zullen sparen
o.v.t.t.
- zou sparen
- zou sparen
- zou sparen
- zouden sparen
- zouden sparen
- zouden sparen
en verder
- ben gespaard
- bent gespaard
- is gespaard
- zijn gespaard
- zijn gespaard
- zijn gespaard
diversen
- spaar!
- spaart!
- gespaard
- sparend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor sparen:
Verwante woorden van "sparen":
Wiktionary: sparen
sparen
Cross Translation:
verb
-
geld niet uitgeven
- sparen → ahorrar; economizar; escatimar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• sparen | → ahorrar; guardar; reservar | ↔ save — store for future use |
• sparen | → ahorrar; economizar; escatimar | ↔ sparen — Geld für die spätere Verwendung ansammeln |
• sparen | → deplorar; arrepentirse de; lamentar | ↔ regretter — Avoir du chagrin de l’absence, de la perte, de la mort de quelqu’un. |
• sparen | → economizar; ahorrar | ↔ économiser — dépenser avec ménagement, avec le souci d’épargner. |
• sparen | → ahorrar; economizar | ↔ épargner — Ménager quelque chose, ne l’employer qu’avec réserve. |
spar:
-
de spar (sparrenboom)
Vertaal Matrix voor spar:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abeto | spar; sparrenboom | rondhout |
Verwante woorden van "spar":
Verwante definities voor "spar":
Wiktionary: spar
spar
Cross Translation:
noun
-
Picea, een soort naaldboom
- spar → abeto
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• spar | → abeto | ↔ fir — conifer of the genus Abies |
• spar | → pícea | ↔ spruce — tree from the genus Picea |
• spar | → abeto rojo | ↔ Fichte — Nadelbaum der Gattung Picea mit kurzen, spitzen Nadeln und hängenden Zapfen. |
• spar | → abeto | ↔ sapin — (botanique) arbre conifère résineux de la famille des pinacées (conifères) à aiguilles persistantes, au tronc droit, dont le fruit est un cône. |
• spar | → picea; abeto rojo; abeto falso; abeto del Norte | ↔ épicéa — botan|nocat=1 arbre résineux de haute taille, proche du sapin, de la famille des pinacées. |