Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. souper:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor souper (Nederlands) in het Spaans

souper:

souper [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het souper (feestdiner)
    la cena; el banquete
    • cena [la ~] zelfstandig naamwoord
    • banquete [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor souper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banquete feestdiner; souper banket; eetcafé; eetgelegenheid; eethuis; eethuisje; feestdiner; feestdis; feestmaal; galadiner; gelag; restaurant; restauratie; smulpartij
cena feestdiner; souper avondeten; avondmaal; avondmaaltijd; diner

Verwante woorden van "souper":

  • souperen, soupers, soupertje, soupertjes