Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. snuiter:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor snuiter (Nederlands) in het Spaans

snuiter:

snuiter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de snuiter
    el chaval; el tío; el tipo
    • chaval [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tío [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tipo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor snuiter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chaval snuiter gast; goser; gozer; jochie; jongetje; kerel; kleine jongen; knakker; knul; man; vent
tipo snuiter creatuur; drukletter; eenling; enkeling; fatje; figuur; gast; gedaante; genre; gestalte; goser; gozer; heertje; iemand; individu; kerel; knakker; knul; man; mens; mensenkind; openbare publicatie; personage; persoon; postuur; publicatie; publikatie; schepsel; slag; soort; type; uitgave; uitgifte; vent; vogel; vorm; wezen; zetletter
tío snuiter figuur; gast; goser; gozer; individu; kerel; knakker; knul; lid; lul; man; manspersoon; oom; penis; piemel; pik; roede; type; vent

Verwante woorden van "snuiter":

  • snuiters, snuitertje, snuitertjes

Wiktionary: snuiter


Cross Translation:
FromToVia
snuiter individuo individu — didact|fr entité autonome qui ne peut être ni partager ni diviser sans perdre les caractéristiques qui lui sont propres.

Verwante vertalingen van snuiter