Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor snipper (Nederlands) in het Spaans

snipper:

snipper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de snipper (stukje papier)
    la recortadura de papel; el recorte

Vertaal Matrix voor snipper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
recortadura de papel snipper; stukje papier
recorte snipper; stukje papier bezuiniging; deflatie; knipsel; korten; korting; kostenverlaging; krimpen; minderen; ontering; prijsdaling; prijsverlaging; reductie; salarisvermindering; uitsnede; uitsnijding; verlaging

Verwante woorden van "snipper":


snipper vorm van snipperen:

snipperen werkwoord (snipper, snippert, snipperde, snipperden, gesnipperd)

  1. snipperen (versnipperen; verknippen)

Conjugations for snipperen:

o.t.t.
  1. snipper
  2. snippert
  3. snippert
  4. snipperen
  5. snipperen
  6. snipperen
o.v.t.
  1. snipperde
  2. snipperde
  3. snipperde
  4. snipperden
  5. snipperden
  6. snipperden
v.t.t.
  1. heb gesnipperd
  2. hebt gesnipperd
  3. heeft gesnipperd
  4. hebben gesnipperd
  5. hebben gesnipperd
  6. hebben gesnipperd
v.v.t.
  1. had gesnipperd
  2. had gesnipperd
  3. had gesnipperd
  4. hadden gesnipperd
  5. hadden gesnipperd
  6. hadden gesnipperd
o.t.t.t.
  1. zal snipperen
  2. zult snipperen
  3. zal snipperen
  4. zullen snipperen
  5. zullen snipperen
  6. zullen snipperen
o.v.t.t.
  1. zou snipperen
  2. zou snipperen
  3. zou snipperen
  4. zouden snipperen
  5. zouden snipperen
  6. zouden snipperen
en verder
  1. ben gesnipperd
  2. bent gesnipperd
  3. is gesnipperd
  4. zijn gesnipperd
  5. zijn gesnipperd
  6. zijn gesnipperd
diversen
  1. snipper!
  2. snippert!
  3. gesnipperd
  4. snipperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor snipperen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cortar en pedazitos snipperen; verknippen; versnipperen
fragmentarse snipperen; verknippen; versnipperen vergaan; verkommeren; vervallen
hacer trizas snipperen; verknippen; versnipperen aan flarden scheuren; breken; in stukken breken; kapotbreken; verscheuren

Verwante woorden van "snipperen":