Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
correr
|
|
hardlopen; hollen; rennen; snellen; zich snel voortbewegen
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
apencar
|
sjezen; snel gaan
|
|
cazar
|
sjezen; snel gaan
|
afschieten; afvuren; azen; betrappen; jachten; najagen; nastreven; opdrijven; ophitsen; opjagen; prooizoeken; schieten; schoten lossen; snappen; trachten te verkrijgen; vervolgen; voortjagen; vuren
|
correr
|
sjezen; snel gaan
|
aantrekken; afdruipen; dichttrekken; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; gaan; hardlopen; hardrijden; jachten; jakkeren; lopen; opdrijven; ophitsen; opjagen; rennen; reppen; sijpelen; snellen; spoeden; stappen; stromen; uitdruppelen; vlieden; vloeien; vluchten; voortjagen; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; wegschuiven; wegvluchten; zich voortbewegen
|
darse prisa
|
sjezen; snel gaan
|
aanpoten; haast maken; haasten; hardlopen; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; omwoelen; opjagen; opschieten; overhaasten; rennen; reppen; snellen; spoeden; stressen; vliegen; voortmaken; zich haasten; zich spoeden
|
ir volando
|
sjezen; snel gaan
|
ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; opvliegen; opwaarts vliegen; reppen; snellen; spoeden; stressen; vliegen; zich haasten; zich spoeden
|
irse a cazar
|
sjezen; snel gaan
|
ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; reppen; snellen; spoeden; vliegen; zich haasten; zich spoeden
|
irse volando
|
sjezen; snel gaan
|
jachten; jakkeren; reppen; spoeden; stressen
|