Nederlands
Uitgebreide vertaling voor smachtend (Nederlands) in het Spaans
smachtend:
-
smachtend (hunkerend; verlangend; reikhalzend)
ansioso; lánguido; deseoso; languidamente; suspirando por-
ansioso bijvoeglijk naamwoord
-
lánguido bijvoeglijk naamwoord
-
deseoso bijvoeglijk naamwoord
-
languidamente bijvoeglijk naamwoord
-
suspirando por bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor smachtend:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ansioso | hunkerend; reikhalzend; smachtend; verlangend | begerend; begerig; gretig; happig; verlangend |
deseoso | hunkerend; reikhalzend; smachtend; verlangend | begerend; begerig; verlangend |
languidamente | hunkerend; reikhalzend; smachtend; verlangend | |
lánguido | hunkerend; reikhalzend; smachtend; verlangend | armetierig; bleek; flauw; flets; futloos; kwijnend; lamlendig; lusteloos; mat; slap; verschoten |
suspirando por | hunkerend; reikhalzend; smachtend; verlangend |
smachten:
-
smachten (kwijnend verlangen; snakken; kwijnen)
anhelar; desear angustiosamente; querer; languidecer; ansiar-
anhelar werkwoord
-
desear angustiosamente werkwoord
-
querer werkwoord
-
languidecer werkwoord
-
ansiar werkwoord
-
Conjugations for smachten:
o.t.t.
- smacht
- smacht
- smacht
- smachten
- smachten
- smachten
o.v.t.
- smachtte
- smachtte
- smachtte
- smachtten
- smachtten
- smachtten
v.t.t.
- heb gesmacht
- hebt gesmacht
- heeft gesmacht
- hebben gesmacht
- hebben gesmacht
- hebben gesmacht
v.v.t.
- had gesmacht
- had gesmacht
- had gesmacht
- hadden gesmacht
- hadden gesmacht
- hadden gesmacht
o.t.t.t.
- zal smachten
- zult smachten
- zal smachten
- zullen smachten
- zullen smachten
- zullen smachten
o.v.t.t.
- zou smachten
- zou smachten
- zou smachten
- zouden smachten
- zouden smachten
- zouden smachten
en verder
- ben gesmacht
- bent gesmacht
- is gesmacht
- zijn gesmacht
- zijn gesmacht
- zijn gesmacht
diversen
- smacht!
- smacht!
- gesmacht
- smachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor smachten:
Wiktionary: smachten
smachten
Cross Translation:
verb
-
~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert
- smachten → suspirar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• smachten | → codiciar; desear | ↔ covet — to wish for with eagerness |
• smachten | → languidecer | ↔ languish — to pine away with longing |
• smachten | → anhelar; desear; ansiar | ↔ yearn — to have a strong desire; to long |
• smachten | → desear | ↔ yen — have strong desire for |
• smachten | → suspirar; anhelar; añorar | ↔ soupirer — pousser des soupirs. |