Nederlands
Uitgebreide vertaling voor sluimerend (Nederlands) in het Spaans
sluimerend:
-
sluimerend (verborgen aanwezig zijn; onderhuids; verborgen)
disimulado; oculto; estar presente escondidamente-
disimulado bijvoeglijk naamwoord
-
oculto bijvoeglijk naamwoord
-
estar presente escondidamente bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor sluimerend:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
oculto | onderhuids; sluimerend; verborgen; verborgen aanwezig zijn | occult; verborgen |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
disimulado | onderhuids; sluimerend; verborgen; verborgen aanwezig zijn | achterbaks; bedekt; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; heimelijk; in het geheim; in het geniep; leep; listig; op steelse wijze; slinks; sluw; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; uitgekookt; verbloemd; verholen; verkapt; versluierd; verstolen |
estar presente escondidamente | onderhuids; sluimerend; verborgen; verborgen aanwezig zijn |
sluimeren:
-
sluimeren (sluimer; sluimering)
el sueño ligero
-
sluimeren (dommelen; doezelen; soezen; dutten)
echar un sueño; estar dormitando; estar en la luna; dormitar; soñar despierto; estar adormilado; estar medio dormido-
echar un sueño werkwoord
-
estar dormitando werkwoord
-
estar en la luna werkwoord
-
dormitar werkwoord
-
soñar despierto werkwoord
-
estar adormilado werkwoord
-
estar medio dormido werkwoord
-
-
sluimeren (verborgen aanwezig zijn)
echar un sueño; dormitar; estar medio dormido-
echar un sueño werkwoord
-
dormitar werkwoord
-
estar medio dormido werkwoord
-
Conjugations for sluimeren:
o.t.t.
- sluimer
- sluimert
- sluimert
- sluimeren
- sluimeren
- sluimeren
o.v.t.
- sluimerde
- sluimerde
- sluimerde
- sluimerden
- sluimerden
- sluimerden
v.t.t.
- heb gesluimerd
- hebt gesluimerd
- heeft gesluimerd
- hebben gesluimerd
- hebben gesluimerd
- hebben gesluimerd
v.v.t.
- had gesluimerd
- had gesluimerd
- had gesluimerd
- hadden gesluimerd
- hadden gesluimerd
- hadden gesluimerd
o.t.t.t.
- zal sluimeren
- zult sluimeren
- zal sluimeren
- zullen sluimeren
- zullen sluimeren
- zullen sluimeren
o.v.t.t.
- zou sluimeren
- zou sluimeren
- zou sluimeren
- zouden sluimeren
- zouden sluimeren
- zouden sluimeren
en verder
- ben gesluimerd
- bent gesluimerd
- is gesluimerd
- zijn gesluimerd
- zijn gesluimerd
- zijn gesluimerd
diversen
- sluimer!
- sluimert!
- gesluimerd
- sluimerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor sluimeren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
soñar despierto | dagdromen | |
sueño ligero | sluimer; sluimeren; sluimering | dutje; hazenslaap; hazenslaapje; tukje; uiltje |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dormitar | doezelen; dommelen; dutten; sluimeren; soezen; verborgen aanwezig zijn | |
echar un sueño | doezelen; dommelen; dutten; sluimeren; soezen; verborgen aanwezig zijn | |
estar adormilado | doezelen; dommelen; dutten; sluimeren; soezen | dutten; een dutje doen |
estar dormitando | doezelen; dommelen; dutten; sluimeren; soezen | dutten; een dutje doen |
estar en la luna | doezelen; dommelen; dutten; sluimeren; soezen | niet oppassen; zitten suffen |
estar medio dormido | doezelen; dommelen; dutten; sluimeren; soezen; verborgen aanwezig zijn | dutten; een dutje doen |
soñar despierto | doezelen; dommelen; dutten; sluimeren; soezen | dutten; een dutje doen; niet oppassen; zitten suffen |