Nederlands
Uitgebreide vertaling voor slof (Nederlands) in het Spaans
slof:
-
de slof (huisschoen; pantoffel; muil)
Vertaal Matrix voor slof:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
babucha | huisschoen; muil; pantoffel; slof | |
chinela | huisschoen; muil; pantoffel; slof | |
pantufla | huisschoen; muil; pantoffel; slof | |
zapatilla | huisschoen; muil; pantoffel; slof |
Verwante woorden van "slof":
Verwante definities voor "slof":
Wiktionary: slof
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• slof | → caja | ↔ coffret — Petit coffre. |
• slof | → cesto; capazo | ↔ corbeille — Translations |
• slof | → cesto; cesta; capazo; canasta | ↔ panier — objet portatif creux servir à contenir et transporter des provisions, des marchandises ou des animaux (à l’origine]], en vannerie). |
slof vorm van sloffen:
-
sloffen (schuifelen)
arrastrar los pies; andar arrastrando los pies-
arrastrar los pies werkwoord
-
andar arrastrando los pies werkwoord
-
Conjugations for sloffen:
o.t.t.
- slof
- sloft
- sloft
- sloffen
- sloffen
- sloffen
o.v.t.
- slofte
- slofte
- slofte
- sloften
- sloften
- sloften
v.t.t.
- heb gesloft
- hebt gesloft
- heeft gesloft
- hebben gesloft
- hebben gesloft
- hebben gesloft
v.v.t.
- had gesloft
- had gesloft
- had gesloft
- hadden gesloft
- hadden gesloft
- hadden gesloft
o.t.t.t.
- zal sloffen
- zult sloffen
- zal sloffen
- zullen sloffen
- zullen sloffen
- zullen sloffen
o.v.t.t.
- zou sloffen
- zou sloffen
- zou sloffen
- zouden sloffen
- zouden sloffen
- zouden sloffen
en verder
- ben gesloft
- bent gesloft
- is gesloft
- zijn gesloft
- zijn gesloft
- zijn gesloft
diversen
- slof!
- sloft!
- gesloft
- sloffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de sloffen (pantoffels)
la zapatillas
Vertaal Matrix voor sloffen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
zapatillas | pantoffels; sloffen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
andar arrastrando los pies | schuifelen; sloffen | |
arrastrar los pies | schuifelen; sloffen | een slepende gang hebben; sjokken; voortsukkelen |