Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor slikken (Nederlands) in het Spaans
slikken:
-
slikken (doorslikken)
Conjugations for slikken:
o.t.t.
- slik
- slikt
- slikt
- slikken
- slikken
- slikken
o.v.t.
- slikte
- slikte
- slikte
- slikten
- slikten
- slikten
v.t.t.
- heb geslikt
- hebt geslikt
- heeft geslikt
- hebben geslikt
- hebben geslikt
- hebben geslikt
v.v.t.
- had geslikt
- had geslikt
- had geslikt
- hadden geslikt
- hadden geslikt
- hadden geslikt
o.t.t.t.
- zal slikken
- zult slikken
- zal slikken
- zullen slikken
- zullen slikken
- zullen slikken
o.v.t.t.
- zou slikken
- zou slikken
- zou slikken
- zouden slikken
- zouden slikken
- zouden slikken
en verder
- ben geslikt
- bent geslikt
- is geslikt
- zijn geslikt
- zijn geslikt
- zijn geslikt
diversen
- slik!
- slikt!
- geslikt
- slikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor slikken:
Verwante woorden van "slikken":
Verwante definities voor "slikken":
Wiktionary: slikken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• slikken | → tragar | ↔ schlucken — durch Zusammenziehen der Muskeln im Hals und Mund in dem Magen gelangen lassen |
• slikken | → tragar; engullir; deglutir; ingurgitar | ↔ swallow — to cause to pass from the mouth into the stomach |
• slikken | → tragar; deglutir | ↔ avaler — Traductions à trier suivant le sens |
slikken vorm van slik:
Vertaal Matrix voor slik:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
barro | bagger; modder; prut; slib; slijk; slik | aarde; aardkorst; bodem; grond; klei; leem; tegelaarde |
rémora | bagger; modder; prut; slib; slijk; slik | |
sedimento | bagger; modder; prut; slib; slijk; slik | afzetsel; bezinksel; depot; drab; droesem; grondsop; hemelwater; koffiedik; neerslag; prut; regen; residu; sediment; zetsel |