Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. sleutelwoord:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sleutelwoord (Nederlands) in het Spaans

sleutelwoord:

sleutelwoord [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het sleutelwoord
    la palabra clave

Vertaal Matrix voor sleutelwoord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
palabra clave sleutelwoord codewoord; hoofdwoord; kernwoord; lemma; steekwoord; trefwoord

Wiktionary: sleutelwoord


Cross Translation:
FromToVia
sleutelwoord clave; palabra clave keyword — word used as a key to a code