Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. slaafs:
  2. slaaf:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slaafs (Nederlands) in het Spaans

slaafs:

slaafs bijvoeglijk naamwoord

  1. slaafs (volgzaam; dienstbaar; gedienstig)
    obediente; docil
  2. slaafs (onderworpen; onderdanig; serviel; knechts)
    servil
    • servil bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor slaafs:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
docil dienstbaar; gedienstig; slaafs; volgzaam braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet
obediente dienstbaar; gedienstig; slaafs; volgzaam braaf; deugdzaam; eerlijk; fideel; gedwee; gehoorzaam; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; lief; meegaand; openhartig; oprecht; rondborstig; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; trouwhartig; voorbeeldig; vormbaar; zoet
servil knechts; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs kruiperig

Verwante woorden van "slaafs":


Wiktionary: slaafs


Cross Translation:
FromToVia
slaafs sumiso; obsequioso obsequious — fawning, subservient

slaaf:

slaaf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de slaaf (lijfeigene)
    el esclavo; el siervo
    • esclavo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • siervo [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de slaaf
    el esclavo
    • esclavo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor slaaf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
esclavo lijfeigene; slaaf dienstslaaf
siervo lijfeigene; slaaf dienaar; dienstknecht; horige; knecht
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
siervo afhankelijk; horig

Verwante woorden van "slaaf":


Wiktionary: slaaf


Cross Translation:
FromToVia
slaaf esclavo; esclava slave — person owned by another