Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. schotel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schotel (Nederlands) in het Spaans

schotel:

schotel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de schotel (gerecht)
    el plato; la comida; el guiso; el alimento
    • plato [el ~] zelfstandig naamwoord
    • comida [la ~] zelfstandig naamwoord
    • guiso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • alimento [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schotel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alimento gerecht; schotel eten; kost; leeftocht; levensmiddelen; spijziging; voeding; voedsel
comida gerecht; schotel diner; eetwaren; eten; kost; leeftocht; levensmiddelen; maal; maaltijd; proviand; spijs; spijziging; voeding; voedsel
guiso gerecht; schotel
plato gerecht; schotel bak; bord; eetbord; etensbak; etensbakje; inzet; kleiduif; omhulling; pot; poule; schoolbord; speelgeld

Verwante woorden van "schotel":


Verwante definities voor "schotel":

  1. gerecht1
    • in deze schotel is veel peper gebruikt1
  2. platte schaal1
    • we kochten zes kop en schotels1

Wiktionary: schotel


Cross Translation:
FromToVia
schotel plato; fuente platpièce de vaisselle, à fond plat destinée à contenir les mets qu’on servir sur la table.
schotel platillo soucoupe — (cuisine) Sorte de petite assiette qui se place ordinairement sous une tasse.