Nederlands
Uitgebreide vertaling voor schor (Nederlands) in het Spaans
schor:
-
schor (hees)
afónico; enronquecido; áspero; ronco-
afónico bijvoeglijk naamwoord
-
enronquecido bijvoeglijk naamwoord
-
áspero bijvoeglijk naamwoord
-
ronco bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor schor:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afónico | hees; schor | |
enronquecido | hees; schor | |
ronco | hees; schor | chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks |
áspero | hees; schor | bits; doordringend; geaccidenteerd; gevat; hobbelig; indringend; kattig; koppig; oneffen; ongelijkmatig; onvriendelijk; onwillig; pinnig; puntig; ruige; schel klinkend; scherp; scherp gepunt; scherpzinnig; schofterig; schrander; slim; snauwerig; snedig; snibbig; spinnig; tegendraads; uitgeslapen; vinnig; vlijmend; vlijmscherp; week; weerbarstig; weerspannig; zwak |
Verwante woorden van "schor":
Antoniemen van "schor":
Verwante definities voor "schor":
Wiktionary: schor
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schor | → ronco; afónico | ↔ hoarse — afflicted by a dry, quite harsh voice |
• schor | → ronca; ronco | ↔ heiser — von der menschlichen Stimme: rau und/oder tonlos klingend, zumeist durch Überanstrengung oder Krankheit |
• schor | → ronco | ↔ rauque — Pour une voix, rude, âpre et comme enrouer. |