Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. schoffie:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schoffie (Nederlands) in het Spaans

schoffie:

schoffie [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het schoffie (vlegel; vlerk)
    el travieso; el gamberro; el golfillo

Vertaal Matrix voor schoffie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gamberro schoffie; vlegel; vlerk bandiet; belhamel; boosdoener; booswicht; brutale kerel; druktemaker; herrieschopper; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; nozem; onverlaat; oproerkraaier; proleet; raddraaier; raddraaister; rekel; rotjoch; rouwdouwer; rustverstoorder; ruw iemand; schoftje; slechtaard; snoodaard; stokebrand; stouterd; straatschender; vlegel; zenuwlijder
golfillo schoffie; vlegel; vlerk jongen; rakker; rekel; stouterd; straatjongen; straatkind; vandaal; zwerfjongere
travieso schoffie; vlegel; vlerk donderstraal
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
travieso baldadig; bengelachtig; ernaast; fout; foutief; guitig; jongensachtig; kwajongensachtig; mis; olijk; ondeugend; onjuist; onwaar; roekeloos; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig; ten onrechte; verkeerd

Verwante woorden van "schoffie":

  • schoffies