Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
-
schitterend:
- de puta madre; espléndido; estupendo; súper; magnífico; maravilloso; fantástico; fenomenal; perfecto; fabuloso; glorioso; fastuoso; brillante; reluciente; resplandeciente; cegador; deslumbrante; buenísimo; a las mil maravillas; de primera categoría; excelente; grandioso; macanudo; fabulosamente; de primera; colosal; imponente; gigantesco; grande; preeminente; precioso; destacado; tremendo; relumbrante
- schitteren:
-
Wiktionary:
- schitterend → magnífico
- schitterend → brillante, excelente, excepcional, desacostumbrado, fuera de serie, extraordinario, grandioso, magnífico, bellísimo, soberbio
- schitteren → brillar, lucir, flamear, ondear, rielar, centellear, deflagrar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor schitterend (Nederlands) in het Spaans
schitterend:
-
schitterend (tof; gaaf; mieters)
de puta madre; espléndido; estupendo; súper; magnífico; maravilloso; fantástico; fenomenal; perfecto; fabuloso-
de puta madre bijvoeglijk naamwoord
-
espléndido bijvoeglijk naamwoord
-
estupendo bijvoeglijk naamwoord
-
súper bijvoeglijk naamwoord
-
magnífico bijvoeglijk naamwoord
-
maravilloso bijvoeglijk naamwoord
-
fantástico bijvoeglijk naamwoord
-
fenomenal bijvoeglijk naamwoord
-
perfecto bijvoeglijk naamwoord
-
fabuloso bijvoeglijk naamwoord
-
-
schitterend (luisterrijk; prachtig; magnifiek; glorierijk; lustrijk)
espléndido; glorioso; fastuoso-
espléndido bijvoeglijk naamwoord
-
glorioso bijvoeglijk naamwoord
-
fastuoso bijvoeglijk naamwoord
-
-
schitterend (glinsterend; fonkelend)
brillante; reluciente; resplandeciente-
brillante bijvoeglijk naamwoord
-
reluciente bijvoeglijk naamwoord
-
resplandeciente bijvoeglijk naamwoord
-
-
schitterend (oogverblindend; verblindend)
magnífico; espléndido; resplandeciente; cegador; brillante; deslumbrante-
magnífico bijvoeglijk naamwoord
-
espléndido bijvoeglijk naamwoord
-
resplandeciente bijvoeglijk naamwoord
-
cegador bijvoeglijk naamwoord
-
brillante bijvoeglijk naamwoord
-
deslumbrante bijvoeglijk naamwoord
-
-
schitterend (grandioos; uitstekend; groots; geweldig; fantastisch; voortreffelijk; magnifiek; uitnemend)
fantástico; maravilloso; buenísimo; estupendo; a las mil maravillas; espléndido; fabuloso; magnífico; resplandeciente; de primera categoría; excelente; grandioso; macanudo; fabulosamente; fenomenal; de primera; colosal; brillante; imponente; gigantesco; grande; preeminente-
fantástico bijvoeglijk naamwoord
-
maravilloso bijvoeglijk naamwoord
-
buenísimo bijvoeglijk naamwoord
-
estupendo bijvoeglijk naamwoord
-
a las mil maravillas bijvoeglijk naamwoord
-
espléndido bijvoeglijk naamwoord
-
fabuloso bijvoeglijk naamwoord
-
magnífico bijvoeglijk naamwoord
-
resplandeciente bijvoeglijk naamwoord
-
de primera categoría bijvoeglijk naamwoord
-
excelente bijvoeglijk naamwoord
-
grandioso bijvoeglijk naamwoord
-
macanudo bijvoeglijk naamwoord
-
fabulosamente bijvoeglijk naamwoord
-
fenomenal bijvoeglijk naamwoord
-
de primera bijvoeglijk naamwoord
-
colosal bijvoeglijk naamwoord
-
brillante bijvoeglijk naamwoord
-
imponente bijvoeglijk naamwoord
-
gigantesco bijvoeglijk naamwoord
-
grande bijvoeglijk naamwoord
-
preeminente bijvoeglijk naamwoord
-
-
schitterend (prachtig; betoverend; magnifiek; luisterrijk)
espléndido; precioso; magnífico; fantástico; destacado; grandioso; tremendo; brillante; fabuloso; excelente; glorioso-
espléndido bijvoeglijk naamwoord
-
precioso bijvoeglijk naamwoord
-
magnífico bijvoeglijk naamwoord
-
fantástico bijvoeglijk naamwoord
-
destacado bijvoeglijk naamwoord
-
grandioso bijvoeglijk naamwoord
-
tremendo bijvoeglijk naamwoord
-
brillante bijvoeglijk naamwoord
-
fabuloso bijvoeglijk naamwoord
-
excelente bijvoeglijk naamwoord
-
glorioso bijvoeglijk naamwoord
-
-
schitterend (glansrijk)
espléndido; brillante; magnífico-
espléndido bijvoeglijk naamwoord
-
brillante bijvoeglijk naamwoord
-
magnífico bijvoeglijk naamwoord
-
-
schitterend (glinsterend)
brillante; reluciente; resplandeciente; relumbrante-
brillante bijvoeglijk naamwoord
-
reluciente bijvoeglijk naamwoord
-
resplandeciente bijvoeglijk naamwoord
-
relumbrante bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor schitterend:
Verwante woorden van "schitterend":
Synoniemen voor "schitterend":
Antoniemen van "schitterend":
Verwante definities voor "schitterend":
Wiktionary: schitterend
schitterend
Cross Translation:
adjective
-
prachtig, bijzonder mooi
- schitterend → magnífico
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schitterend | → brillante | ↔ brilliant — magnificent or wonderful (primarily UK usage) |
• schitterend | → excelente | ↔ ausgezeichnet — sich positiv abhebend, hervorragend |
• schitterend | → excepcional; desacostumbrado; fuera de serie | ↔ außergewöhnlich — besonders; nicht dem Normalfall entsprechend |
• schitterend | → extraordinario | ↔ außerordentlich — sich heraushebend, absetzend; außergewöhnlich, ungewöhnlich, überdurchschnittlich |
• schitterend | → brillante | ↔ luisant — Qui luire, qui jeter quelque lumière. |
• schitterend | → grandioso; magnífico; bellísimo; soberbio | ↔ magnifique — Qui est plein de magnificence, somptueux. |
schitterend vorm van schitteren:
-
schitteren (glinsteren; fonkelen)
brillar; relucir; resplandecer; chispear; destellar; fulgurar; centellear-
brillar werkwoord
-
relucir werkwoord
-
resplandecer werkwoord
-
chispear werkwoord
-
destellar werkwoord
-
fulgurar werkwoord
-
centellear werkwoord
-
-
schitteren (glinsteren)
-
schitteren (uitblinken; onderscheiden; overtreffen; excelleren; uitblinken boven; uitsteken; uitmunten)
Conjugations for schitteren:
o.t.t.
- schitter
- schittert
- schittert
- schitteren
- schitteren
- schitteren
o.v.t.
- schitterde
- schitterde
- schitterde
- schitterden
- schitterden
- schitterden
v.t.t.
- heb geschitterd
- hebt geschitterd
- heeft geschitterd
- hebben geschitterd
- hebben geschitterd
- hebben geschitterd
v.v.t.
- had geschitterd
- had geschitterd
- had geschitterd
- hadden geschitterd
- hadden geschitterd
- hadden geschitterd
o.t.t.t.
- zal schitteren
- zult schitteren
- zal schitteren
- zullen schitteren
- zullen schitteren
- zullen schitteren
o.v.t.t.
- zou schitteren
- zou schitteren
- zou schitteren
- zouden schitteren
- zouden schitteren
- zouden schitteren
en verder
- ben geschitterd
- bent geschitterd
- is geschitterd
- zijn geschitterd
- zijn geschitterd
- zijn geschitterd
diversen
- schitter!
- schittert!
- geschitterd
- schitterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor schitteren:
Wiktionary: schitteren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schitteren | → brillar; lucir | ↔ briller — (term, sens étymologique, désormais inusité) S’agiter, aller de-ci de-là, frétiller d’impatience. |
• schitteren | → flamear; ondear | ↔ ondoyer — remuer, se mouvoir à la manière des ondes. |
• schitteren | → rielar; centellear; flamear; deflagrar | ↔ scintiller — briller, jeter des éclats par intermittence. |
• schitteren | → flamear; deflagrar | ↔ vaciller — chanceler ; trembler ; n’être pas bien ferme. |