Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. schilders:
  2. schilder:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schilders (Nederlands) in het Spaans

schilders:

schilders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de schilders (huisschilders; ververs)
    el pintores de brocha gorda

Vertaal Matrix voor schilders:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pintores de brocha gorda huisschilders; schilders; ververs

Verwante woorden van "schilders":


schilders vorm van schilder:

schilder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schilder (huisschilder; verver; huisschilderes)
    el pintor de brocha gorda; el pintor

Vertaal Matrix voor schilder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pintor huisschilder; huisschilderes; schilder; verver kunstschilder
pintor de brocha gorda huisschilder; huisschilderes; schilder; verver broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier

Verwante woorden van "schilder":


Wiktionary: schilder

schilder
noun
  1. een kunstenaar die geschilderde afbeeldingen maakt
  2. een handwerksman die huizen schildert

Cross Translation:
FromToVia
schilder pintor MalerKünstler, der Bilder malen
schilder pintor MalerHandwerker, der beispielsweise Wand streichen
schilder pintor; pintora painter — artist
schilder pintor; pintora; barnizador; barnizadora painter — laborer
schilder pintor peintreartiste utilisant la peinture pour son art.

Computer vertaling door derden: