Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
torpe
|
|
boerenkinkel; brutale kerel; heikneuter; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; lomperik; ongelikte beer; proleet; vlegel
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
torpe
|
|
klungelig; links
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
asustadizo
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
eenkennig; eenzelvig; introvert; kopschuw; mensenschuw; schuw; teruggetrokken
|
atemorizado
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
angstig; bang; bevreesd; in angst; verschrikt; vreesachtig
|
espantadizo
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
kopschuw; schuw
|
esquivo
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
kopschuw; schuw
|
huraño
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
beklagend; brommerig; geirriteerd; mopperig; negatief; stuurs; zeurderig
|
pavoroso
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
|
retraído
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
eenkennig; eenzelvig; geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; ingetrokken; introvert; koel; mensenschuw; teruggetrokken; terughoudend; terughoudende
|
temeroso
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
|
torpe
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
aanmatigend; achterlijk; afgestompt; bot; breinloos; dom; dorps; gebrekkig; geesteloos; harkerig; hersenloos; hoekig; idioot; kantig; klungelig; knullig; krukkig; log; lomp; onbeholpen; onbehouwen; onbenullig; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; ongelikt; ongeschoold; ongetraind; onhandig; onnozel; onopgevoed; onsierlijk van gedaante; onverstandig; plomp; respectloos; scherp; schutterig; slungelig; stoethaspelig; stompzinnig; stumperig; stuntelig; stupide; sukkelend; sukkelig; uilachtig; verstandeloos; vlijmend; vlijmscherp
|
tímido
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
bedeesd; beschroomd; bevangen; bleu; eenkennig; eenzelvig; gegeneerd; introvert; kopschuw; mensenschuw; schroomvallig; schuchter; schuw; teruggetrokken; timide; verlegen
|