Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. scheuten:
  2. scheut:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor scheuten (Nederlands) in het Spaans

scheuten:

scheuten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de scheuten (pijnscheuten)
    la punzadas
  2. de scheuten (stekken; spruiten; schoten)
    la punzada; el pinchazos
  3. de scheuten (nieuwe twijgen; knoppen; uitlopers)
    el asientos; el mimbre; el sillones; el taburetes

Vertaal Matrix voor scheuten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asientos knoppen; nieuwe twijgen; scheuten; uitlopers banken; barkrukken; stoelen; zetels; zitbanken; zitjes; zitplaatsen
mimbre knoppen; nieuwe twijgen; scheuten; uitlopers rijshout
pinchazos scheuten; schoten; spruiten; stekken
punzada scheuten; schoten; spruiten; stekken injectie; inspuiting; prik; spuitje
punzadas pijnscheuten; scheuten
sillones knoppen; nieuwe twijgen; scheuten; uitlopers banken; barkrukken; stoelen; zetels; zitbanken
taburetes knoppen; nieuwe twijgen; scheuten; uitlopers barkrukken; krukken

Verwante woorden van "scheuten":


scheuten vorm van scheut:

scheut [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de scheut (stekje; spruit; loot)
    el brote; el vástago
    • brote [el ~] zelfstandig naamwoord
    • vástago [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de scheut (plantestekje; spruit; jonge plant; schoot; stek)
    la cepa; el esqueje; el mugrón; el brote
    • cepa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • esqueje [el ~] zelfstandig naamwoord
    • mugrón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • brote [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor scheut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brote jonge plant; loot; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek; stekje opwellen; rank; uitloper
cepa jonge plant; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek boomstronk; heetbloedigheid; stobbe; stronk; volbloedigheid
esqueje jonge plant; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek stekkie
mugrón jonge plant; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek
vástago loot; scheut; spruit; stekje lid; lul; penis; piemel; pik; roede

Verwante woorden van "scheut":


Wiktionary: scheut


Cross Translation:
FromToVia
scheut vástago; púa; hijuelo scion — (detached) shoot or twig
scheut retoño; vástago; pimpollo shoot — emerging stem and embryonic leaves of a new plant
scheut brote; retoño sprout — new growth on a plant
scheut tanto tad — a little bit