Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- scharrelen:
- scharrel:
-
Wiktionary:
- scharrelen → cortejar, flirtear, galantear, rascar, revolotear
- scharrelen → flirtear, rascar, revolotear
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor scharrelen (Nederlands) in het Spaans
scharrelen:
-
scharrelen (aan de scharrel zijn; flirten)
liar; mariposear; coquetear; hacer lío; flirtear-
liar werkwoord
-
mariposear werkwoord
-
coquetear werkwoord
-
hacer lío werkwoord
-
flirtear werkwoord
-
-
scharrelen (aanrotzooien; aanrommelen; rotzooien; knoeien)
farfullar; hacer chapuzas; chapucear; frangollar; chafallar; chamarilear-
farfullar werkwoord
-
hacer chapuzas werkwoord
-
chapucear werkwoord
-
frangollar werkwoord
-
chafallar werkwoord
-
chamarilear werkwoord
-
Conjugations for scharrelen:
o.t.t.
- scharrel
- scharrelt
- scharrelt
- scharrelen
- scharrelen
- scharrelen
o.v.t.
- scharrelde
- scharrelde
- scharrelde
- scharrelden
- scharrelden
- scharrelden
v.t.t.
- heb gescharreld
- hebt gescharreld
- heeft gescharreld
- hebben gescharreld
- hebben gescharreld
- hebben gescharreld
v.v.t.
- had gescharreld
- had gescharreld
- had gescharreld
- hadden gescharreld
- hadden gescharreld
- hadden gescharreld
o.t.t.t.
- zal scharrelen
- zult scharrelen
- zal scharrelen
- zullen scharrelen
- zullen scharrelen
- zullen scharrelen
o.v.t.t.
- zou scharrelen
- zou scharrelen
- zou scharrelen
- zouden scharrelen
- zouden scharrelen
- zouden scharrelen
en verder
- ben gescharreld
- bent gescharreld
- is gescharreld
- zijn gescharreld
- zijn gescharreld
- zijn gescharreld
diversen
- scharrel!
- scharrelt!
- gescharreld
- scharrelende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor scharrelen:
Verwante woorden van "scharrelen":
Wiktionary: scharrelen
scharrelen
Cross Translation:
verb
-
losse verkering hebben met
-
in de grond wroeten
- scharrelen → rascar; revolotear
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• scharrelen | → flirtear | ↔ flirter — S’adonner au flirt. |
• scharrelen | → rascar | ↔ griffer — égratigner d’un coup de griffe. |
• scharrelen | → revolotear | ↔ voltiger — voler à petites et fréquentes reprises, sans aucune direction déterminée. |
scharrelen vorm van scharrel:
-
de scharrel
Vertaal Matrix voor scharrel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aventurilla | scharrel | |
coqueteo | scharrel | flirt; flirtation; geflirt |
flirt | scharrel | |
flirteo | scharrel | behaagzucht; flirt; flirtation; geflirt; koketterie; scharrelpartijtje; vrijage |