Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
clasificación
|
assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging
|
annexatie; arrangement; classificatie; hiërarchie; indeling; inlijving; karakterisering; klassement; klassenindeling; klassering; opstelling; ordening; rang; rangorde; rangschikken; rangschikking; schikking; typering; volgorde
|
combinaciones
|
combinatie; samenstelling
|
|
combinación
|
combinatie; samenstelling
|
aaneenkoppeling; aaneensluiting; aansluiting; band; combinatie; connectie; join; kleurenschema; koppeling; liaison; link; onderjurk; relatie; samenhang; samenvoegen; schema; verband; verbinding
|
compilación
|
assemblage; assembleren; montage; opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; samenvoeging; structuur; systeem
|
accumulatie; allegaartje; compilatie; massa; mengelmoes; opeenhoping; ophoping; samenraapsel; selectie; sortering; stel; verzamelband; verzamelbundel; verzameling; verzamelwerk
|
composición
|
assemblage; assembleren; bouw; constructie; montage; onderdelen; opbouw; opbouwen; samengesteld geheel; samenstelling; samenvoeging; structuur
|
design; vormgeving
|
configuración
|
opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem
|
configuratie; installatie; instellingen
|
conjunto
|
combinatie; onderdelen; samenstelling
|
allegaartje; benoemde set; compilatie; complet; mengelmoes; samenraapsel; set; verzameling
|
construcción
|
assemblage; assembleren; bouw; combinatie; constructie; montage; opbouw; opbouwen; ordening; organisatie; samengesteld geheel; samenstelling; samenvoeging; structuur; systeem
|
aanleggen; bouw; bouwsector; bouwsel; bouwwerk; constructie; fabricage; gebouw; pand
|
ensamblaje
|
assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging
|
aaneenkoppeling; aaneensluiting; aanvoeging; bijeenlegging; bond; broederschap; genootschap; koppeling; las; samenvoeging; sociëteit; tussenstuk; tussenvoegsel; tussenzetsel; verbinding; vereniging
|
escalafón
|
opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem
|
rangschikken; rangschikking
|
estructura
|
bouw; combinatie; constructie; opbouw; opbouwen; ordening; organisatie; samengesteld geheel; samenstelling; structuur; systeem
|
bestel; bouwsel; bouwwerk; deftigheid; distinctie; frame; gebouw; gedistingeerdheid; geraamte; pand; raamwerk; samenstel; skelet; structuur; voornaamheid; welgemanierdheid
|
fijación
|
assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging
|
aanhechting; affirmatie; bevestiging; definiëring; dwangvoorstelling; fixatie; gefixeerdheid; het bevestigen; het vastmaken; idee-fixe; maatregel; omschrijving; schikking; voorziening
|
instalación
|
assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging
|
aanleggen; aanstelling; benoeming; beëdiging; faciliteit; installatie; montages
|
orden
|
opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem
|
aaneenschakeling; aanschrijving; aanwijzing; aanzegging; allegaartje; beleefdheid; beschaafdheid; bestel; betamelijkheid; bevel; commando; decorum; dienstorder; discipline; dwang; fatsoen; fatsoenlijkheid; gehoorzaamheid; gelazer; gelid; gevoeglijkheid; instructie; kennisgeving; keten; keurigheid; mengelmoes; narigheid; netheid; onberispelijkheid; onderwerping; openhartigheid; openheid; opgeruimdheid; oprechtheid; orde; ordelijkheid; order; properheid; reeks; regelmaat; reglementering; rij; rij manschappen; rondborstigheid; rondheid; samenraapsel; samenstel; serie; smetteloosheid; trammelant; tucht; verordening; voorschrift; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
|
ordenación
|
opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem
|
sorteren
|
organización
|
opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem
|
annexatie; factie; groepering; inlijving; instantie; instelling; lichaam; organisatie
|
regulación
|
opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem
|
afstelling; afstemmen; afstemming; gelijkschakeling; gelijkstelling; instelling op; orde; regel; regelgeving; regeling; reglement; regularisatie; synchronisatie; voorschrift; wet
|
sistema
|
combinatie; opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem
|
bestel; samenstel; stelsel; systeem
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
compilación
|
|
build
|
configuración
|
|
configuratie
|
orden
|
|
z-volgorde
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
conjunto
|
|
gezamenlijk; met z'n beiden; samen; tezamen
|