Nederlands
Uitgebreide vertaling voor samenballen (Nederlands) in het Spaans
samenballen:
-
samenballen
Conjugations for samenballen:
o.t.t.
- bal samen
- balt samen
- balt samen
- ballen samen
- ballen samen
- ballen samen
o.v.t.
- balde samen
- balde samen
- balde samen
- balden samen
- balden samen
- balden samen
v.t.t.
- ben samengebald
- bent samengebald
- is samengebald
- zijn samengebald
- zijn samengebald
- zijn samengebald
v.v.t.
- was samengebald
- was samengebald
- was samengebald
- waren samengebald
- waren samengebald
- waren samengebald
o.t.t.t.
- zal samenballen
- zult samenballen
- zal samenballen
- zullen samenballen
- zullen samenballen
- zullen samenballen
o.v.t.t.
- zou samenballen
- zou samenballen
- zou samenballen
- zouden samenballen
- zouden samenballen
- zouden samenballen
diversen
- bal samen!
- balt samen!
- samengebald
- samenballend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor samenballen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
apretar | aanschroeven; afklemmen; afknijpen; vastschroeven | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
apretar | samenballen | aandrukken; afklemmen; afknellen; afknijpen; bedenken; comprimeren; drukken; fantaseren; indrukken; induwen; ineen duwen; knellen; met gespannen voorwerp omsluiten; nijpen; omspannen; overspannen; persen; proppen; samendrukken; samenpersen; schroeven; strak zitten; uitdenken; vastdrukken; vastknijpen; verdichten; verzinnen; voorwenden |
Computer vertaling door derden: