Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. rouleren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rouleren (Nederlands) in het Spaans

rouleren:

rouleren werkwoord (rouleer, rouleert, rouleerde, rouleerden, gerouleerd)

  1. rouleren (circuleren)
    turnarse

Conjugations for rouleren:

o.t.t.
  1. rouleer
  2. rouleert
  3. rouleert
  4. rouleren
  5. rouleren
  6. rouleren
o.v.t.
  1. rouleerde
  2. rouleerde
  3. rouleerde
  4. rouleerden
  5. rouleerden
  6. rouleerden
v.t.t.
  1. ben gerouleerd
  2. bent gerouleerd
  3. is gerouleerd
  4. zijn gerouleerd
  5. zijn gerouleerd
  6. zijn gerouleerd
v.v.t.
  1. was gerouleerd
  2. was gerouleerd
  3. was gerouleerd
  4. waren gerouleerd
  5. waren gerouleerd
  6. waren gerouleerd
o.t.t.t.
  1. zal rouleren
  2. zult rouleren
  3. zal rouleren
  4. zullen rouleren
  5. zullen rouleren
  6. zullen rouleren
o.v.t.t.
  1. zou rouleren
  2. zou rouleren
  3. zou rouleren
  4. zouden rouleren
  5. zouden rouleren
  6. zouden rouleren
diversen
  1. rouleer!
  2. rouleert!
  3. gerouleerd
  4. roulerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

rouleren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. rouleren (roulatie; circulatie; omloop)
    la rotación; la circulación; la rotaciones; el camino de ronda; la circulaciones

Vertaal Matrix voor rouleren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
camino de ronda circulatie; omloop; roulatie; rouleren ringbaan; ringweg; rondweg
circulaciones circulatie; omloop; roulatie; rouleren roulaties
circulación circulatie; omloop; roulatie; rouleren bloedsomloop; doorspoeling; doorstroming; doorvloeiing; geslachtsgemeenschap; omgang; verkeer
rotaciones circulatie; omloop; roulatie; rouleren omwentelingen; roulaties
rotación circulatie; omloop; roulatie; rouleren buiging; draaien; draaiing; kromming; ommekeer; omwenteling; opslagkosten; revolutie; ronde; rotatie; totale verandering; tournee; wenteling; zwenking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
turnarse circuleren; rouleren

Wiktionary: rouleren


Cross Translation:
FromToVia
rouleren circundar; rodear; circular circuler — Se mouvoir circulairement.

Computer vertaling door derden: