Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. rochel:
  2. rochelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rochel (Nederlands) in het Spaans

rochel:

rochel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de rochel (kwat; fluim)
    el esputo; la flema; la gargajo
    • esputo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • flema [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gargajo [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rochel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
esputo fluim; kwat; rochel sputum
flema fluim; kwat; rochel flegma; slijm
gargajo fluim; kwat; rochel

Verwante woorden van "rochel":


rochel vorm van rochelen:

rochelen werkwoord (rochel, rochelt, rochelde, rochelden, gerocheld)

  1. rochelen (reutelen)

Conjugations for rochelen:

o.t.t.
  1. rochel
  2. rochelt
  3. rochelt
  4. rochelen
  5. rochelen
  6. rochelen
o.v.t.
  1. rochelde
  2. rochelde
  3. rochelde
  4. rochelden
  5. rochelden
  6. rochelden
v.t.t.
  1. heb gerocheld
  2. hebt gerocheld
  3. heeft gerocheld
  4. hebben gerocheld
  5. hebben gerocheld
  6. hebben gerocheld
v.v.t.
  1. had gerocheld
  2. had gerocheld
  3. had gerocheld
  4. hadden gerocheld
  5. hadden gerocheld
  6. hadden gerocheld
o.t.t.t.
  1. zal rochelen
  2. zult rochelen
  3. zal rochelen
  4. zullen rochelen
  5. zullen rochelen
  6. zullen rochelen
o.v.t.t.
  1. zou rochelen
  2. zou rochelen
  3. zou rochelen
  4. zouden rochelen
  5. zouden rochelen
  6. zouden rochelen
diversen
  1. rochel!
  2. rochelt!
  3. gerocheld
  4. rochelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rochelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
respirar con estertor reutelen; rochelen

Verwante woorden van "rochelen":


Wiktionary: rochelen


Cross Translation:
FromToVia
rochelen escupir; esputar; expectorar cracher — rejeter violemment par la bouche

Computer vertaling door derden: