Nederlands
Uitgebreide vertaling voor riskeren (Nederlands) in het Spaans
riskeren:
-
riskeren (durven; wagen; avonturen)
osar; atreverse; arriesgar; tener la osadía; atreverse a; arriesgarse; aventurar; aventurarse-
osar werkwoord
-
atreverse werkwoord
-
arriesgar werkwoord
-
tener la osadía werkwoord
-
atreverse a werkwoord
-
arriesgarse werkwoord
-
aventurar werkwoord
-
aventurarse werkwoord
-
Conjugations for riskeren:
o.t.t.
- riskeer
- riskeert
- riskeert
- riskeren
- riskeren
- riskeren
o.v.t.
- riskeerde
- riskeerde
- riskeerde
- riskeerden
- riskeerden
- riskeerden
v.t.t.
- heb geriskeerd
- hebt geriskeerd
- heeft geriskeerd
- hebben geriskeerd
- hebben geriskeerd
- hebben geriskeerd
v.v.t.
- had geriskeerd
- had geriskeerd
- had geriskeerd
- hadden geriskeerd
- hadden geriskeerd
- hadden geriskeerd
o.t.t.t.
- zal riskeren
- zult riskeren
- zal riskeren
- zullen riskeren
- zullen riskeren
- zullen riskeren
o.v.t.t.
- zou riskeren
- zou riskeren
- zou riskeren
- zouden riskeren
- zouden riskeren
- zouden riskeren
diversen
- riskeer!
- riskeert!
- geriskeerd
- riskerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor riskeren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
osar | durven; wagen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
arriesgar | avonturen; durven; riskeren; wagen | |
arriesgarse | avonturen; durven; riskeren; wagen | |
atreverse | avonturen; durven; riskeren; wagen | |
atreverse a | avonturen; durven; riskeren; wagen | aandurven |
aventurar | avonturen; durven; riskeren; wagen | avonturieren |
aventurarse | avonturen; durven; riskeren; wagen | avonturieren |
osar | avonturen; durven; riskeren; wagen | |
tener la osadía | avonturen; durven; riskeren; wagen |
Wiktionary: riskeren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• riskeren | → aventura | ↔ adventure — to risk |
• riskeren | → enfrentar; afrontar | ↔ dare — to brave or face up to |
• riskeren | → arriesgar | ↔ risk — to incur risk to something |
• riskeren | → arriesgar | ↔ venture — to risk |
• riskeren | → arriesgar | ↔ riskieren — etwas wagen, sich etwas trauen |
• riskeren | → arriesgar; aventurar | ↔ aventurer — hasarder, mettre à l’aventure. |
• riskeren | → osar; atreverse | ↔ oser — Avoir la hardiesse, l’audace de dire, de faire quelque chose. |
• riskeren | → arriesgar | ↔ risquer — hasarder, exposer à un danger possible, à une chance douteux. |