Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. riem:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor riem (Nederlands) in het Spaans

riem:

riem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de riem (roeiriem)
    el remo
    • remo [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de riem (ceintuur; gordel)
    el cinturón
  3. de riem (teugel; lijn; lei)
    el cinturón; el cinto
    • cinturón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cinto [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor riem:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cinto gordel; lei; lijn; riem; teugel broekband; gordelriem; koppelriem
cinturón ceintuur; gordel; lei; lijn; riem; teugel broekband; broekriem; draagband om de heup; gordelriem; heupgordel; ringbaan; ringlijn; ringspoorweg; ringweg; rondweg; sluitband
remo riem; roeiriem roeispaan; roeisport; spaan

Verwante woorden van "riem":

  • riemen, riempje, riempjes

Wiktionary: riem

riem
noun
  1. een band van leer of een ander materiaal

Cross Translation:
FromToVia
riem cinturón; cinturón de seguridad belt — band used for safety purposes
riem cinturón; cincho; cinto; correa; faja belt — band worn around the waist
riem correa belt — band used in a machine to help transfer motion or power
riem remo oar — implement used to row a boat
riem resma ream — bundle of paper
riem remo aviron — rame
riem cinturón ceinture — Ruban dont on se ceint le milieu du corps
riem correa courroiepièce de cuir ou d’étoffe, coupée en long, étroite, qui sert à lier, à attacher quelque chose.
riem correa lanière — Sorte de courroie longue et étroite.