Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
descartar
|
|
afschuiven; wegschuiven
|
rebotar
|
afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen
|
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
denegar
|
afketsen; ricocheren
|
afkeuren; afstemmen; afwijzen; verbieden; verwerpen; weigeren
|
descartar
|
afketsen; ricocheren
|
afdanken; afdrijven; afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; diskwalificeren; ecarteren; royeren; terugwijzen; uitsluiten; verlijeren; verwaarlozen; verweren; verwerpen; verwijderen; wegcijferen; wegstemmen; weigeren; wraken
|
hacer volver
|
afketsen; ricocheren
|
afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen
|
negar
|
afketsen; ricocheren
|
achterhouden; afkeuren; afstemmen; afwijzen; behouden; links laten liggen; logenstraffen; loochenen; negeren; ontkennen; opzijleggen; protesteren; reserveren; tegenspreken; tegenwerpen; terughouden; verbieden; verloochenen; verwerpen; verzaken; weerspreken; weigeren
|
no aceptar
|
afketsen; ricocheren
|
achterhouden; afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen; weigeren
|
no aprobar
|
afketsen; ricocheren
|
afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen
|
rebatir
|
afketsen; ricocheren
|
afkeuren; afstemmen; afwijzen; argumenteren; disputeren; ontkrachten; ontzenuwen; protesteren; redetwisten; tegenspreken; tegenwerpen; twisten; verwerpen; weerleggen; weerspreken
|
rebotar
|
afketsen; ricocheren
|
afspatten; afspringen; afstoten; afstuiten; afvliegen; afwijzen; butsen; eraf duwen; kaatsen; ketsen; terugspringen; terugstuiten; weigeren
|
suspender
|
afketsen; ricocheren
|
afblazen; afgelasten; afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; afzeggen; afzien van rechtsvervolging; blijven zitten; doubleren; ermee uitscheiden; kelderen; onderbreken; opgeven; ophouden; schorsen; seponeren; staken; stoppen; suspenderen; terugwijzen; uitscheiden; verdagen; verweren; verwerpen; wegstemmen; weigeren; zakken
|