Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. rekwisiteren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rekwisiteren (Nederlands) in het Spaans

rekwisiteren:

rekwisiteren werkwoord (rekwisiteer, rekwisiteert, rekwisiteerde, rekwisiteerden, gerekwisiteerd)

  1. rekwisiteren
    requerir; requisitar

Conjugations for rekwisiteren:

o.t.t.
  1. rekwisiteer
  2. rekwisiteert
  3. rekwisiteert
  4. rekwisiteren
  5. rekwisiteren
  6. rekwisiteren
o.v.t.
  1. rekwisiteerde
  2. rekwisiteerde
  3. rekwisiteerde
  4. rekwisiteerden
  5. rekwisiteerden
  6. rekwisiteerden
v.t.t.
  1. heb gerekwisiteerd
  2. hebt gerekwisiteerd
  3. heeft gerekwisiteerd
  4. hebben gerekwisiteerd
  5. hebben gerekwisiteerd
  6. hebben gerekwisiteerd
v.v.t.
  1. had gerekwisiteerd
  2. had gerekwisiteerd
  3. had gerekwisiteerd
  4. hadden gerekwisiteerd
  5. hadden gerekwisiteerd
  6. hadden gerekwisiteerd
o.t.t.t.
  1. zal rekwisiteren
  2. zult rekwisiteren
  3. zal rekwisiteren
  4. zullen rekwisiteren
  5. zullen rekwisiteren
  6. zullen rekwisiteren
o.v.t.t.
  1. zou rekwisiteren
  2. zou rekwisiteren
  3. zou rekwisiteren
  4. zouden rekwisiteren
  5. zouden rekwisiteren
  6. zouden rekwisiteren
diversen
  1. rekwisiteer!
  2. rekwisiteert!
  3. gerekwisiteerd
  4. rekwisiterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rekwisiteren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
requerir aanspraak maken op; claim
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
requerir rekwisiteren aanmanen; aanmanen tot een verplichting; iemand aansporen; manen; ontbieden; oproepen; sommeren
requisitar rekwisiteren