Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. ranzig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ranzig (Nederlands) in het Spaans

ranzig:

ranzig bijvoeglijk naamwoord

  1. ranzig (goor; walgelijk; weerzinwekkend; )
    cochino; sucio; nauseabundo; asqueroso; puerco; repugnante; mugriento
  2. ranzig (morsig; slodderig; vunzig; )
    desaseado; puerca
  3. ranzig
    rancio
    • rancio bijvoeglijk naamwoord
  4. ranzig (morsig; slordig; viezig; )
    cochino; puerco; sucio; cochambroso

Vertaal Matrix voor ranzig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asqueroso deugniet; guit; hondsvot; rakker; smeerlap; snaak; stinkerd; viezerik; zwijn
cochino big; deugniet; guit; jong varken; rakker; smeerlap; smeerpijp; smeerpoets; snaak; stinkerd; varken; viespoes; viezerik; vuilbek; zwijn
puerca huppelkutje; troela
puerco beer; big; deugniet; guit; jong varken; mannetjesvarken; rakker; smeerlap; snaak; stinkerd; viezerik; zwijn
rancio ransheid
sucio viespoes
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asqueroso goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend afschrikwekkend; afschuwelijk; afschuwwekkend; afstotelijk voor zintuigen; afstotend voor zintuigen; amoreel; dellerig; immoreel; lelijk; monsterlijk; obsceen; onappetijtelijk; onsmakelijk; onzedelijk; onzedig; schuin; schurft hebbend; schurftachtig; schurftig; sletterig; vies; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend; zedeloos
cochambroso morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig beverig; gammel; krakkemikkig; met vuil bemorst; morsig; smeerachtig; smerig; vies; vuil; wankel; zwak
cochino goor; morsig; onverkwikkelijk; ranzig; slonzig; slordig; smerig; stuitend; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend met vuil bemorst; morsig; smeerachtig; smerig; varkensachtig; vies; vuil; zwijnachtig
desaseado haveloos; morsig; ranzig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; onappetijtelijk; onkies; onkuis; onopgeruimd; onrein; onsmakelijk; onzindelijk; plat; platvloers; schunnig; slordig; triviaal; vunzig; walgelijk
mugriento goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend bedoezeld; dellerig; grauw; groezelig; met vuil bemorst; morsig; schurft hebbend; schurftachtig; schurftig; sletterig; smeerachtig; smerig; smoezelig; vaal; vervuild; vies; viezig; vuil
nauseabundo goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend afstotelijk voor zintuigen; lelijk; onappetijtelijk; onsmakelijk; walgelijk
puerca haveloos; morsig; ranzig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
puerco goor; morsig; onverkwikkelijk; ranzig; slonzig; slordig; smerig; stuitend; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend bedoezeld; grauw; groezelig; met vuil bemorst; morsig; smeerachtig; smerig; smoezelig; vaal; varkensachtig; vies; viezig; vuil; zwijnachtig
rancio ranzig bedorven; muf; onfris; rans; ransig; rot; rottend; rottig; slecht; vergaan; verrot; voos
repugnante goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend afschrikwekkend; afschuwelijk; afschuwwekkend; afstotelijk; afstotelijk voor zintuigen; afstotend; afstotend voor zintuigen; akelig; barbaars; beestachtig; beroerd; bruut; doodmisselijk; doodziek; ellendig; inhumaan; kotsmisselijk; lelijk; misselijkmakend; monsterlijk; naar; onappetijtelijk; onmenselijk; onsmakelijk; onverkwikkelijk; stuitend; walgelijk; weerzinwekkend; wreed
sucio goor; morsig; onverkwikkelijk; ranzig; slonzig; slordig; smerig; stuitend; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend bedoezeld; besmeurd; bevuild; dellerig; gevlekt; groezelig; kliederig; knoeierig; met vuil bemorst; morsig; obsceen; onappetijtelijk; ongewassen; onkies; onkuis; onrein; onsmakelijk; onverkwikkelijk; onzindelijk; schuin; schurft hebbend; schurftachtig; schurftig; sletterig; smeerachtig; smerig; smoezelig; stuitend; vervuild; vies; viezig; vuil; vunzig; walgelijk; zedeloos

Verwante woorden van "ranzig":

  • ranzigheid, ranziger, ranzigere, ranzigst, ranzigste, ranzige

Wiktionary: ranzig

ranzig
adjective
  1. (vet en olie) sterk smakend en een akelige geur verspreidend door afbraak (hydrolyse en oxidatie)

Cross Translation:
FromToVia
ranzig duro; revenido; pasado; viciado stale — having lost its freshness