Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. ransheid:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ransheid (Nederlands) in het Spaans

ransheid:

ransheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. ransheid
    el rancio
    • rancio [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ransheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rancio ransheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rancio bedorven; muf; onfris; rans; ransig; ranzig; rot; rottend; rottig; slecht; vergaan; verrot; voos