Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
almena
|
rand; zoom
|
kanteel; lijst; schilderijlijst; vleugel van een gebouw
|
borde
|
kader; kant; lijst; omranding; rand; zijkant; zoom
|
band; boekdeel; boord; boordsel; deel; flank; galon; geluidsniveau; gootlijst; haarband; haarlint; halskraag; kant; koers; kraag; kranslijst; lijst; lint; omtrek; omzoming; oplegsel; passement; randje; route; schilderijlijst; vleugel van een gebouw; volume; vorm; wal; waterkant; zij; zijde; zijde van een schip; zijkant
|
confín
|
rand; zoom
|
|
costado
|
kant; rand; zijkant
|
flank; kant; vleugel van een gebouw; zij; zijde; zijkant
|
dobladillo
|
rand; zoom
|
inleg; minimum inleg
|
encuadramiento
|
kader; lijst; omlijsting; omranding; raam; rand
|
|
extremo
|
rand; zoom
|
buitenspeler; eindpunt; grens; lagereind; licht bier; limiet; pils; speler buitenshuis; uiteinde; uiterste; ultra
|
lado
|
rand; zoom
|
been; flank; kant; zij; zijde; zijde van een schip; zijkant
|
lateral
|
kant; rand; zijkant
|
flank; zijde; zijkant
|
linde
|
rand; zoom
|
|
marco
|
rand; zoom
|
allegaartje; boordsel; frame; galon; geraamte; gezichtsmasker; graadmeetapparaat; graadmeter; gradenmeter; ijk; ijking; indicator; kozijn; kroonlijst; mark; mengelmoes; omtrek; omzoming; oplegsel; passement; raamwerk; samenraapsel; skelet; vensterkozijn; vorm
|
margen
|
rand; zoom
|
afdrukmarge; kant; kantlijn; marge; paginamarge; speelruimte; speling; vrije ruimte; winstmarge; zij; zijde
|
moldura
|
rand; zoom
|
kroonlijst; lijstwerk
|
reborde
|
rand; richel; zoom
|
keer; kentering; manchet; manchetknoop; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omslag
|
saliente
|
rand; richel
|
aftekenen; uitsteeksel
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
-
|
kant
|
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
borde
|
rand
|
|
extremo
|
|
eindpunt
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
extremo
|
|
bijzonder; bovenmatig; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; enorm; excessief; extravagant; extreem; godgeklaagd; heel erg; hemeltergend; hogelijk; mateloos; ontiegelijk; overmatig; schandalig; schandelijk; schromelijk; ten hemel schreiend; ten zeerste; tomeloos; uitermate; uiterst; ultra; verfoeilijk; week; zeer; zeer ergerlijk; zeerste; zwak
|
lateral
|
|
lateraal; naar opzij; terloops; terzijde; zijwaarts
|
saliente
|
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; substantieel; treffend
|