Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. producent:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor producent (Nederlands) in het Spaans

producent:

producent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de producent (fabrikant; vervaardiger)
    el productor; el fabricante; el elaborador
  2. de producent (producer)
    el productor; el criador; el horticultor; el cultivador

Vertaal Matrix voor producent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
criador producent; producer fokker; kweker; teler; tuinbouwer; tuinder
cultivador producent; producer kweker; teler; tuinbouwer; tuinder
elaborador fabrikant; producent; vervaardiger auteur; maker; schepper; voortbrenger
fabricante fabrikant; producent; vervaardiger auteur; maker; schepper; voortbrenger
horticultor producent; producer hortoloog; tuinbouwer; tuinbouwkundige; tuinder
productor fabrikant; producent; producer; vervaardiger kweker; teler
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fabricante fabricerend; producerend

Verwante woorden van "producent":


Wiktionary: producent

producent
noun
  1. economie|nld iemand die (producten of diensten) produceert

Cross Translation:
FromToVia
producent fabricante Hersteller — das Unternehmen, das einen bestimmten Artikel herstellt (produziert)
producent productor producer — in economics