Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. privé-bezit:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor privé-bezit (Nederlands) in het Spaans

privé-bezit:

privé-bezit [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het privé-bezit
    la propiedad privada
  2. het privé-bezit

Vertaal Matrix voor privé-bezit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
propiedad privada privé-bezit particuliere eigendom
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
bien personal privé-bezit

Verwante vertalingen van privé-bezit