Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. pluche:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pluche (Nederlands) in het Spaans

pluche:

pluche [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de pluche (pluis)
    el peluche; la borra; la pelusa; la felpa
    • peluche [el ~] zelfstandig naamwoord
    • borra [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pelusa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • felpa [la ~] zelfstandig naamwoord

pluche bijvoeglijk naamwoord

  1. pluche
    peluche; felpa

Vertaal Matrix voor pluche:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borra pluche; pluis afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
felpa pluche; pluis
peluche pluche; pluis
pelusa pluche; pluis dons; nesthaar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
felpa pluche
peluche pluche

Verwante woorden van "pluche":

  • pluchen

Wiktionary: pluche


Cross Translation:
FromToVia
pluche felpa plush — A textile fabric
pluche felpa; peluche peluche — text|fr étoffe de laine, de soie, de fil, analogue au velours, mais dont le poil est long, couché et brillant.