Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. plekje:
  2. plek:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plekje (Nederlands) in het Spaans

plekje:

plekje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het plekje
    el sitio
    • sitio [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plekje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sitio plekje accommodatie; beleg; belegering; hoek; locatie; onderbrenging; onderdak; oord; plaats; plek; site; streek; website

Verwante woorden van "plekje":


plekje vorm van plek:

plek [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de plek (plaats; locatie)
    la localidad; el lugar; el sitio; el espacio; la posición; el punto; el puesto; el asiento; el patio; la zona
    • localidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • lugar [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sitio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • espacio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • posición [la ~] zelfstandig naamwoord
    • punto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • puesto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • asiento [el ~] zelfstandig naamwoord
    • patio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • zona [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asiento locatie; plaats; plek bank; bezinksel; bijeenkomst; boeking; boekstuk; bril; crapaud; dik; drab; droesem; fauteuil; gestoelte; grondsop; inschrijving; luie stoel; makkelijke stoel; manifestatie; moer; samenkomst; stoel; troon; vergadering; zetel; zetsel; zitbank; zitplaats; zitting
espacio locatie; plaats; plek Space; heelal; interim; kloof; opening; ruimte; spatie; spleet; tussenpoos; tussenruimte; tussentijd; uitsparing; universum; wereldruimte
localidad locatie; plaats; plek
lugar locatie; plaats; plek buurtschap; gat; gehucht; hoek; oord; streek
patio locatie; plaats; plek binnenplaats; cour; hof; hofje; patio
posición locatie; plaats; plek beschouwing; bewering; gezichtshoek; gezichtspunt; houding; invalshoek; inzicht; ligging; oogpunt; perspectief; positie; stand van het lichaam; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema; visie; zienswijs
puesto locatie; plaats; plek ambt; arbeidsplaats; betrekking; functie; kraam; kraampje; raadszetel; stalletje; stand; standoord
punto locatie; plaats; plek hechting; punt; tijdstip; vasthechting
sitio locatie; plaats; plek accommodatie; beleg; belegering; hoek; onderbrenging; onderdak; oord; plekje; site; streek; website
zona locatie; plaats; plek aardigheidje; bouwterrein; district; gebied; gebiedsdeel; gewest; gordel; gouw; hoek; kanton; kavel; landstreek; leefgebied; oord; perceel; plaats; presentje; regio; rijksdeel; streek; terrein; territorium; zone; zône
- plaats; punt
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
punto point
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
puesto corpulent; dik; gelegd; gezet; lijvig; opgezet dier; zwaarlijvig

Verwante woorden van "plek":


Synoniemen voor "plek":


Verwante definities voor "plek":

  1. bepaalde ruimte of punt in de ruimte1
    • op deze plek wil ik altijd blijven wonen1

Wiktionary: plek


Cross Translation:
FromToVia
plek posición PositionOrt, Standort
plek sitio; lugar Stelle — allgemeiner Ausdruck für einen Platz auf diversen Oberflächen
plek pasaje; parte StelleAbschnitt in einem Text, Musikwerk
plek → [[punto de encuentro]] point — location or place
plek mancha spot — a round or irregular patch of a different color
plek sitio; lugar endroit — Partie bien déterminée d’un espace, d’une chose ou d’un corps.
plek lugar; sitio lieuportion de l’espace, soit prise en elle-même, soit considérée par rapport à ce qui l’occuper.