Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. plein:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plein (Nederlands) in het Spaans

plein:

plein [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het plein (vierkant plein)
    la plaza; la plaza cuadrada
  2. het plein (stadswijk; buurt; wijk; )
    el barrio; la barriada
    • barrio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • barriada [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plein:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barriada buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk
barrio buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk afstand; baan; baanvak; buurt; district; etappe; nabijheid; pad; ronde; route; tournee; traject; vliegreis; vliegtocht; vlucht; weg
plaza plein; vierkant plein bank; zitbank; zitplaats
plaza cuadrada plein; vierkant plein

Verwante woorden van "plein":

  • pleinen, pleintje, pleintjes

Verwante definities voor "plein":

  1. open bestrate ruimte tussen gebouwen1
    • er lagen allemaal huizen rond het plein1

Wiktionary: plein


Cross Translation:
FromToVia
plein plaza Platz — weitläufige, offene Fläche, die als Betätigungs-,Veranstaltungs-, Erholungs- oder Versammlungsort dient
plein plaza place — open space, courtyard, market square
plein plaza plaza — a towns' public square
plein plaza square — open space in a town
plein explanada esplanadeespace uni et découvert au-devant d’un édifice, d’une place fortifiée.
plein rotonda rond-point — Grande place circulaire à laquelle aboutir plusieurs avenues ou allées.

Verwante vertalingen van plein