Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. plakkers:
  2. plakker:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plakkers (Nederlands) in het Spaans

plakkers:

plakkers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de plakkers (plakplaatjes; stickers; plakkertjes)
    el autoadhesivos; el cromos; el pegotines

Vertaal Matrix voor plakkers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autoadhesivos plakkers; plakkertjes; plakplaatjes; stickers
cromos plakkers; plakkertjes; plakplaatjes; stickers
pegotines plakkers; plakkertjes; plakplaatjes; stickers aanplakkers

Verwante woorden van "plakkers":


plakkers vorm van plakker:

plakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de plakker (aanplakker)
    la pegatina
  2. de plakker (sticker; label; etiket; plakkertje)
    la etiqueta; el rótulo; la pegatina; el adhesivo

Vertaal Matrix voor plakker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adhesivo etiket; label; plakker; plakkertje; sticker kleefmiddel; kleefpasta; plakmiddel
etiqueta etiket; label; plakker; plakkertje; sticker banderol; code; etiket; etiquette; fatsoensnormen; iemand kenmerken; kenmerk; kenteken; label; notitiemarkering; strook; tag
pegatina aanplakker; etiket; label; plakker; plakkertje; sticker
rótulo etiket; label; plakker; plakkertje; sticker etiket; herkenningsteken; iemand kenmerken; kenmerk; kenteken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adhesivo klevend

Verwante woorden van "plakker":