Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. pitten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pitte (Nederlands) in het Spaans

pitte vorm van pitten:

pitten werkwoord (pit, pitte, pitten, gepit)

  1. pitten (ontpitten)
    desosar; deshuesar
  2. pitten (maffen; slapen; meuren)
    dormir; estar dormido

Conjugations for pitten:

o.t.t.
  1. pit
  2. pit
  3. pit
  4. pitten
  5. pitten
  6. pitten
o.v.t.
  1. pitte
  2. pitte
  3. pitte
  4. pitten
  5. pitten
  6. pitten
v.t.t.
  1. heb gepit
  2. hebt gepit
  3. heeft gepit
  4. hebben gepit
  5. hebben gepit
  6. hebben gepit
v.v.t.
  1. had gepit
  2. had gepit
  3. had gepit
  4. hadden gepit
  5. hadden gepit
  6. hadden gepit
o.t.t.t.
  1. zal pitten
  2. zult pitten
  3. zal pitten
  4. zullen pitten
  5. zullen pitten
  6. zullen pitten
o.v.t.t.
  1. zou pitten
  2. zou pitten
  3. zou pitten
  4. zouden pitten
  5. zouden pitten
  6. zouden pitten
en verder
  1. is gepit
diversen
  1. pit!
  2. pitt!
  3. gepit
  4. pittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor pitten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deshuesar ontpitten; pitten afhalen; afstropen; stropen; uitbenen; villen
desosar ontpitten; pitten
dormir maffen; meuren; pitten; slapen
estar dormido maffen; meuren; pitten; slapen

Verwante woorden van "pitten":


Wiktionary: pitten


Cross Translation:
FromToVia
pitten dormir dormir — Se reposer dans un état inconscient