Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. passaten:
  2. passaat:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor passaten (Nederlands) in het Spaans

passaten:

passaten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de passaten
    el alisios; el vientos alisios

Vertaal Matrix voor passaten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alisios passaten passaat; passaatwind
vientos alisios passaten passaat; passaatwind

Verwante woorden van "passaten":


passaten vorm van passaat:

passaat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de passaat (passaatwind)
    el alisios; el vientos alisios

Vertaal Matrix voor passaat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alisios passaat; passaatwind passaten
vientos alisios passaat; passaatwind passaten

Verwante woorden van "passaat":