Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. parcours:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor parcours (Nederlands) in het Spaans

parcours:

parcours [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de parcours (baan)
    el recorrido; el circuito

Vertaal Matrix voor parcours:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
circuito baan; parcours circuit; cyclus; kringloop; omgang; ronde doen
recorrido baan; parcours dagreis; excursie; gang; reis; rit; rondtocht; tocht; toer; tournee; uitstapje
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
recorrido afgereisd; bereisd

Verwante woorden van "parcours":

  • parcoursen

Wiktionary: parcours


Cross Translation:
FromToVia
parcours ruta course — itinerary of a race