Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. pantsers:
  2. pantser:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pantsers (Nederlands) in het Spaans

pantsers:

pantsers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de pantsers
    la corazas
    • corazas [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pantsers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corazas pantsers harnassen

Verwante woorden van "pantsers":


pantsers vorm van pantser:

pantser [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het pantser (harnas; bepantsering)
    la armadura; el arnés
    • armadura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • arnés [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pantser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
armadura bepantsering; harnas; pantser casco; cascowoning; chassis; frame; geraamte; harnassen; karkas; raamwerk; skelet; wapenrusting; wapenuitrusting
arnés bepantsering; harnas; pantser

Verwante woorden van "pantser":

  • pantseren, pantsers, pantsertje, pantsertjes

Wiktionary: pantser

pantser
noun
  1. een beschermende laag om dieren of voorwerpen

Cross Translation:
FromToVia
pantser blindaje; armadura armor — protective layer over a body, vehicle, or other object intended to deflect or diffuse damaging forces
pantser armadura; tanque; carro de combate Panzer — harte, dicke, vor Verletzung oder Beschädigung schützende Außenschicht
pantser armadura; coraza armure — (Histoire) Ensemble de l’équipement défensif qui protège le corps