Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. paal:
  2. palen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor paal (Nederlands) in het Spaans

paal:

paal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de paal (mast)
    el mástil; el palo
    • mástil [el ~] zelfstandig naamwoord
    • palo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor paal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mástil mast; paal
palo mast; paal hout; staak; stokslag

Verwante woorden van "paal":

  • palen, paaltje, paaltjes

Wiktionary: paal

paal
noun
  1. een langwerpig stuk materiaal dat in de grond staat
  2. (informeel) een stijve penis
  3. een doelpaal

Cross Translation:
FromToVia
paal palo pale — heraldry: vertical band
paal palo; garrocha pole — long and slender object
paal puntal stanchion — vertical pole, post or support
paal vara; barra barreaubarre de bois ou de fer qui sert de clôture.
paal palo; vara; barra; bastón bâton — Morceau de bois assez long
paal vara; barra gaule — Grande perche.
paal poste; montante poteaupièce de bois de charpente, posée debout.
paal estaca; pilote échalas — Bâton pour soutenir un cep de vigne

palen:

palen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de palen (masten)
    el mástiles

Vertaal Matrix voor palen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mástiles masten; palen

Verwante woorden van "palen":