Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. overzetten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overzetten (Nederlands) in het Spaans

overzetten:

overzetten werkwoord (zet over, zette over, zetten over, overgezet)

  1. overzetten (transponeren)
    trasladar; transferir; trasvasar; transponer
  2. overzetten (vertalen; translateren; vertolken)

Conjugations for overzetten:

o.t.t.
  1. zet over
  2. zet over
  3. zet over
  4. zetten over
  5. zetten over
  6. zetten over
o.v.t.
  1. zette over
  2. zette over
  3. zette over
  4. zetten over
  5. zetten over
  6. zetten over
v.t.t.
  1. heb overgezet
  2. hebt overgezet
  3. heeft overgezet
  4. hebben overgezet
  5. hebben overgezet
  6. hebben overgezet
v.v.t.
  1. had overgezet
  2. had overgezet
  3. had overgezet
  4. hadden overgezet
  5. hadden overgezet
  6. hadden overgezet
o.t.t.t.
  1. zal overzetten
  2. zult overzetten
  3. zal overzetten
  4. zullen overzetten
  5. zullen overzetten
  6. zullen overzetten
o.v.t.t.
  1. zou overzetten
  2. zou overzetten
  3. zou overzetten
  4. zouden overzetten
  5. zouden overzetten
  6. zouden overzetten
en verder
  1. ben overgezet
  2. bent overgezet
  3. is overgezet
  4. zijn overgezet
  5. zijn overgezet
  6. zijn overgezet
diversen
  1. zet over!
  2. zet over!
  3. overgezet
  4. overzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor overzetten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reflejar weerschijnen; weerspiegelen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
expresar overzetten; translateren; vertalen; vertolken beschrijven; betonen; betuigen; formuleren; fraseren; inkleden; laten zien; presenteren; spuien; tonen; uitbeelden; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; verbaliseren; verbeelden; verpersonificeren; vertolken; vertonen; verwoorden; weergeven
hacerse eco de overzetten; translateren; vertalen; vertolken beschrijven; weergeven
interpretar overzetten; translateren; vertalen; vertolken acteren; beschrijven; dramatiseren; duiden; interpreteren; nader verklaren; ontvouwen; overbrengen; toelichten; tolken; toneelspelen; translateren; uitbeelden; uiteenzetten; uitleggen; verbeelden; verduidelijken; verpersonificeren; vertalen; vertolken; weergeven
reflejar overzetten; translateren; vertalen; vertolken afspiegelen; afwegen; belichten; beschouwen; beschrijven; echoën; galmen; met licht beschijnen; overdenken; overwegen; reflecteren; resoneren; schallen; stuiten; terugkaatsen; terugstoten; weergalmen; weergeven; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen; weerschijnen; weerspiegelen
reproducir overzetten; translateren; vertalen; vertolken afspelen; beschrijven; fotokopiëren; reproduceren; vermenigvuldigen; verveelvoudigen; weergeven
traducir overzetten; translateren; vertalen; vertolken overbrengen; translateren; vertalen; vertolken
transferir overzetten; transponeren anders boeken; delegeren; disloqueren; geld overmaken; gireren; overboeken; overbrengen; overdragen; overhevelen; overplaatsen; overschrijven; overtappen; overzenden; per postgiro betalen; roeren; standplaats veranderen; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten
transponer overzetten; transponeren overhevelen; overtappen; transponeren
trasladar overzetten; transponeren brengen; demonteren; disloqueren; iets transporteren; langs brengen; meebrengen; ontmantelen; onttakelen; overhevelen; overtappen; roeren; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; verleggen; verplaatsen; verrijden; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten; wegleiden; wegvoeren
trasvasar overzetten; transponeren overgieten; overhevelen; overschenken; overstorten; overtappen

Wiktionary: overzetten

overzetten
verb
  1. van het ene systeem naar het andere systeem brengen
  2. zie vertalen

Cross Translation:
FromToVia
overzetten traducir translate — to change text from one language to another
overzetten cruzar; atravesar übersetzen — (intransitiv) mit einer Fähre von einem Gewässerufer zum anderen fahren
overzetten traducir traduire — Faire la traduction d’un texte ou de paroles ou de tout document depuis une langue vers une autre langue.

Verwante vertalingen van overzetten