Nederlands
Uitgebreide vertaling voor overvloedigheid (Nederlands) in het Spaans
overvloedigheid:
-
de overvloedigheid (rijkelijkheid)
Vertaal Matrix voor overvloedigheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abundancia | overvloedigheid; rijkelijkheid | buitensporigheid; exces; luxe; overdaad; overdadig zijn; overmaat; overvloed; overvloedig zijn; pracht; rijkdom; rijkelijke maat; surplus; talrijkheid; teveel; veelheid; weelde; weelderigheid |
cualquier cosa | overvloedigheid; rijkelijkheid | verscheidenheid |
multiplicidad | overvloedigheid; rijkelijkheid | verscheidenheid |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cualquier cosa | van alles | |
multiplicidad | van alles |
Verwante woorden van "overvloedigheid":
overvloedigheid vorm van overvloedig:
-
overvloedig (rijkelijk; ruimschoots; royaal; scheutig)
abundantemente; copioso; en abundante-
abundantemente bijvoeglijk naamwoord
-
copioso bijvoeglijk naamwoord
-
en abundante bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor overvloedig:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abundantemente | overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig | en masse; in groten getale; massaal |
copioso | overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig | copieus |
en abundante | overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig | ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig |
Verwante woorden van "overvloedig":
Wiktionary: overvloedig
overvloedig
Cross Translation:
adjective
-
in ruime hoeveelheid aanwezig
- overvloedig → abundante
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overvloedig | → abundante; copioso; cuantioso | ↔ abundant — fully sufficient; plentiful |
• overvloedig | → abundantemente | ↔ abundantly — in an abundant manner |
• overvloedig | → generoso; abundante | ↔ ample — fully sufficient; abundant |
• overvloedig | → superfluo | ↔ superfluous — excess of what is sufficient |
• overvloedig | → abundante | ↔ abondant — Qui abonder, qui dépasse nettement en quantité ce qui est suffisant. |
• overvloedig | → amplio; abundante; vasto; ancho | ↔ ample — Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire. |
• overvloedig | → abundante | ↔ copieux — Qui est abondant, qui est nombreux et disponible. |
• overvloedig | → ancho; amplio | ↔ large — Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long. |
• overvloedig | → abundante | ↔ plantureux — Qui est large, copieux, abondant, profus. |
• overvloedig | → abundante | ↔ profus — didactique|fr Qui a tendance à se répandre, en parlant d'un fluide. |
Computer vertaling door derden: