Nederlands
Uitgebreide vertaling voor overtuigen (Nederlands) in het Spaans
overtuigen:
-
overtuigen (overreden; overhalen; ompraten)
convencer; persuadir; hacer cambiar de parecer; hacer cambiar de opinión; hacer cambiar de idea-
convencer werkwoord
-
persuadir werkwoord
-
hacer cambiar de parecer werkwoord
-
hacer cambiar de opinión werkwoord
-
hacer cambiar de idea werkwoord
-
Conjugations for overtuigen:
o.t.t.
- overtuig
- overtuigt
- overtuigt
- overtuigen
- overtuigen
- overtuigen
o.v.t.
- overtuigde
- overtuigde
- overtuigde
- overtuigden
- overtuigden
- overtuigden
v.t.t.
- heb overtuigd
- hebt overtuigd
- heeft overtuigd
- hebben overtuigd
- hebben overtuigd
- hebben overtuigd
v.v.t.
- had overtuigd
- had overtuigd
- had overtuigd
- hadden overtuigd
- hadden overtuigd
- hadden overtuigd
o.t.t.t.
- zal overtuigen
- zult overtuigen
- zal overtuigen
- zullen overtuigen
- zullen overtuigen
- zullen overtuigen
o.v.t.t.
- zou overtuigen
- zou overtuigen
- zou overtuigen
- zouden overtuigen
- zouden overtuigen
- zouden overtuigen
en verder
- ben overtuigd
- bent overtuigd
- is overrtuigd
- zijn overtuigd
- zijn overtuigd
- zijn overtuigd
diversen
- overtuig!
- overtuigt!
- overtuigd
- overtuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor overtuigen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
convencer | ompraten; overhalen; overreden; overtuigen | omverpraten |
hacer cambiar de idea | ompraten; overhalen; overreden; overtuigen | omverpraten |
hacer cambiar de opinión | ompraten; overhalen; overreden; overtuigen | bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; erg veranderen; omturnen; praten over |
hacer cambiar de parecer | ompraten; overhalen; overreden; overtuigen | |
persuadir | ompraten; overhalen; overreden; overtuigen | bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; erg veranderen; omturnen; praten over |
Verwante definities voor "overtuigen":
Wiktionary: overtuigen
overtuigen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overtuigen | → convencer | ↔ convince — to make someone believe, or feel sure about something |
• overtuigen | → persuadir | ↔ persuade — convince |
• overtuigen | → convencer; persuadir | ↔ convaincre — Amener quelqu'un, par le raisonnement, à croire quelque chose |