Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. overspelen:
  2. overspel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overspelen (Nederlands) in het Spaans

overspelen:

overspelen werkwoord (overspeel, overspeelt, overspeelde, overspeelden, overspeeld)

  1. overspelen

Conjugations for overspelen:

o.t.t.
  1. overspeel
  2. overspeelt
  3. overspeelt
  4. overspelen
  5. overspelen
  6. overspelen
o.v.t.
  1. overspeelde
  2. overspeelde
  3. overspeelde
  4. overspeelden
  5. overspeelden
  6. overspeelden
v.t.t.
  1. heb overspeeld
  2. hebt overspeeld
  3. heeft overspeeld
  4. hebben overspeeld
  5. hebben overspeeld
  6. hebben overspeeld
v.v.t.
  1. had overspeeld
  2. had overspeeld
  3. had overspeeld
  4. hadden overspeeld
  5. hadden overspeeld
  6. hadden overspeeld
o.t.t.t.
  1. zal overspelen
  2. zult overspelen
  3. zal overspelen
  4. zullen overspelen
  5. zullen overspelen
  6. zullen overspelen
o.v.t.t.
  1. zou overspelen
  2. zou overspelen
  3. zou overspelen
  4. zouden overspelen
  5. zouden overspelen
  6. zouden overspelen
en verder
  1. ben overspeeld
  2. bent overspeeld
  3. is overspeeld
  4. zijn overspeeld
  5. zijn overspeeld
  6. zijn overspeeld
diversen
  1. overspeel!
  2. overspeelt!
  3. overspeeld
  4. overspelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor overspelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jugar de nuevo overspelen
rejugar overspelen
volver a jugar overspelen

Verwante woorden van "overspelen":


overspel:

overspel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het overspel
    el adulterio

Vertaal Matrix voor overspel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adulterio overspel

Verwante woorden van "overspel":


Wiktionary: overspel


Cross Translation:
FromToVia
overspel adulterio adultery — sexual intercourse by a married person with someone other than their spouse
overspel adulterio adultèreviolation du serment de fidélité conjugale.