Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- overdonderd:
- overdonderen:
-
Wiktionary:
- overdonderen → aturullar, desconcertar, acojonar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor overdonderd (Nederlands) in het Spaans
overdonderd:
-
overdonderd (overbluft)
perplejo; estupefacto; confundido-
perplejo bijvoeglijk naamwoord
-
estupefacto bijvoeglijk naamwoord
-
confundido bijvoeglijk naamwoord
-
-
overdonderd (overrompeld)
aturdido; abrumado; sorprendido-
aturdido bijvoeglijk naamwoord
-
abrumado bijvoeglijk naamwoord
-
sorprendido bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor overdonderd:
overdonderd vorm van overdonderen:
-
overdonderen (overbluffen)
-
overdonderen (verbluffen)
Conjugations for overdonderen:
o.t.t.
- overdonder
- overdondert
- overdondert
- overdonderen
- overdonderen
- overdonderen
o.v.t.
- overdonderde
- overdonderde
- overdonderde
- overdonderden
- overdonderden
- overdonderden
v.t.t.
- heb overdonderd
- hebt overdonderd
- heeft overdonderd
- hebben overdonderd
- hebben overdonderd
- hebben overdonderd
v.v.t.
- had overdonderd
- had overdonderd
- had overdonderd
- hadden overdonderd
- hadden overdonderd
- hadden overdonderd
o.t.t.t.
- zal overdonderen
- zult overdonderen
- zal overdonderen
- zullen overdonderen
- zullen overdonderen
- zullen overdonderen
o.v.t.t.
- zou overdonderen
- zou overdonderen
- zou overdonderen
- zouden overdonderen
- zouden overdonderen
- zouden overdonderen
en verder
- ben overdonderd
- bent overdonderd
- is overdonderd
- zijn overdonderd
- zijn overdonderd
- zijn overdonderd
diversen
- overdonder!
- overdondert!
- overdonderd
- overdonderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
overdonderen
Vertaal Matrix voor overdonderen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aturdir | overdonderen | |
dejar perplejo | overdonderen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abrumar | overbluffen; overdonderen | bestormen; overmannen; overmeesteren; overstelpen; overweldigen; zich meester maken van |
apabullar | overbluffen; overdonderen | overmannen; overmeesteren; overweldigen; zich meester maken van |
arrollar | overbluffen; overdonderen | hoger draaien; omhoogdraaien; onder de voet lopen; opdraaien; opspoelen; spoelen |
asombrar | overdonderen; verbluffen | |
aturdir | overbluffen; overdonderen | bedwelmen; het bewustzijn doen verliezen |
maravillar | overdonderen; verbluffen | |
pasmar | overdonderen; verbluffen |
Wiktionary: overdonderen
overdonderen
verb
-
verbluffen
- overdonderen → aturullar; desconcertar; acojonar