Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
adorno
|
benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
|
corsage; decor; decoratie; decoreren; draperie; garnering; glans; kwik; kwikzilver; luister; opluistering; opschik; opsieren; opsiering; opsmuk; opsmukken; ornament; ornamentiek; praal; pracht; pronk; sieraad; sierstuk; sierwerk; smuk; toneeldecoratie; tooi; uitdossing; verfraaiing; versieren; versiering; versieringen aanbrengen; versiersel
|
amoblamiento
|
benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
|
ameublement; dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; meubelen; meubels; meubilair; meubilering; psychiatrische inrichting
|
equipo
|
benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
|
apparatuur; computersysteem; elftal; equipe; machine; partij; pc; personal computer; ploeg; team; toerusting; uitrusting; uitrustingsstuk; voetbalelftal
|
ropa
|
benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
|
dracht; folkloristisch kostuum; garderobe; goed; hangkast; klederdracht; kleding; kleren; plunje; tenue; vestiaire; wasgoed
|
utillaje
|
benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
|
|
vestidos
|
benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
|
dracht; folkloristisch kostuum; klederdracht; kleding; kleren; passementen; plunje; tenue
|
vestimenta
|
benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
|
kleding; kleren; plunje; tenue; uitdossing
|