Nederlands
Uitgebreide vertaling voor opsnuiven (Nederlands) in het Spaans
opsnuiven:
-
opsnuiven (een snuif nemen; snuiven; insnuiven)
absorber por la nariz; esnifar; inhalar-
absorber por la nariz werkwoord
-
esnifar werkwoord
-
inhalar werkwoord
-
Conjugations for opsnuiven:
o.t.t.
- snuif op
- snuift op
- snuift op
- snuiven op
- snuiven op
- snuiven op
o.v.t.
- snoof op
- snoof op
- snoof op
- snoven op
- snoven op
- snoven op
v.t.t.
- heb opgesnoven
- hebt opgesnoven
- heeft opgesnoven
- hebben opgesnoven
- hebben opgesnoven
- hebben opgesnoven
v.v.t.
- had opgesnoven
- had opgesnoven
- had opgesnoven
- hadden opgesnoven
- hadden opgesnoven
- hadden opgesnoven
o.t.t.t.
- zal opsnuiven
- zult opsnuiven
- zal opsnuiven
- zullen opsnuiven
- zullen opsnuiven
- zullen opsnuiven
o.v.t.t.
- zou opsnuiven
- zou opsnuiven
- zou opsnuiven
- zouden opsnuiven
- zouden opsnuiven
- zouden opsnuiven
en verder
- is opgesnoven
- zijn opgesnoven
diversen
- snuif op!
- snuift op!
- opgesnoven
- opsnuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
opsnuiven
Vertaal Matrix voor opsnuiven:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aspirar | opsnuiven | |
inhalar | opsnuiven | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
absorber por la nariz | een snuif nemen; insnuiven; opsnuiven; snuiven | naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren |
aspirar | aansturen op; doel beogen; iets ophalen; ijveren; lurken; slurpen; stofzuigen; streven; viseren; zuigen | |
esnifar | een snuif nemen; insnuiven; opsnuiven; snuiven | drugs gebruiken; drugs snuiven; een loopneus hebben; naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren |
inhalar | een snuif nemen; insnuiven; opsnuiven; snuiven | iets ophalen; inademen; inhaleren; over de longen roken |