Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opslurpen (Nederlands) in het Spaans

opslurpen:

opslurpen werkwoord (slurp op, slurpt op, slurpte op, slurpten op, opgeslurpt)

  1. opslurpen (opslorpen; opnemen; absorberen)

Conjugations for opslurpen:

o.t.t.
  1. slurp op
  2. slurpt op
  3. slurpt op
  4. slurpen op
  5. slurpen op
  6. slurpen op
o.v.t.
  1. slurpte op
  2. slurpte op
  3. slurpte op
  4. slurpten op
  5. slurpten op
  6. slurpten op
v.t.t.
  1. heb opgeslurpt
  2. hebt opgeslurpt
  3. heeft opgeslurpt
  4. hebben opgeslurpt
  5. hebben opgeslurpt
  6. hebben opgeslurpt
v.v.t.
  1. had opgeslurpt
  2. had opgeslurpt
  3. had opgeslurpt
  4. hadden opgeslurpt
  5. hadden opgeslurpt
  6. hadden opgeslurpt
o.t.t.t.
  1. zal opslurpen
  2. zult opslurpen
  3. zal opslurpen
  4. zullen opslurpen
  5. zullen opslurpen
  6. zullen opslurpen
o.v.t.t.
  1. zou opslurpen
  2. zou opslurpen
  3. zou opslurpen
  4. zouden opslurpen
  5. zouden opslurpen
  6. zouden opslurpen
en verder
  1. is opgeslurpt
  2. zijn opgeslurpt
diversen
  1. slurp op!
  2. slurpt op!
  3. opgeslurpt
  4. opslurpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opslurpen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absorber opnemen; opslorpen
alzar omhoog steken; opsteken
coger aangrijpen; aanklampen; aanpakken; aanvatten; beetnemen; beetpakken; begrijpen; greep; snappen; vastpakken; vatten
incorporar bijvoegen; toevoegen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absorber absorberen; opnemen; opslorpen; opslurpen absorberen; afzuigen; inzuigen; leegslurpen; naar binnen zuigen; opnemen; opzuigen; wegzuigen
acoger absorberen; opnemen; opslorpen; opslurpen binnenhalen; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; onthalen; ontvangen; opnemen; opvangen; vergasten
alzar absorberen; opnemen; opslorpen; opslurpen aanleren; aansteken; aanstrijken; afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; buslichten; casseren; doen ontvlammen; eigen maken; erbij voegen; heffen; hernieuwen; herstellen; hijsen; hoger draaien; hoger maken; in de fik steken; in de hoogte steken; leren; lichten; lichter worden van kleur; naar boven tillen; neppen; omhoog brengen; omhoog doen; omhoog heffen; omhoogdraaien; omhoogheffen; omhoogkomen; omhoogrijzen; omhoogrukken; omhoogsteken; omhoogtillen; omlijnen; omranden; opdraaien; opheffen; oplichten; oppikken; oprijzen; opsteken; opstijgen; optillen; opvliegen; renoveren; restaureren; rijzen; sigaret opsteken; tillen; toevoegen; verbeteren; verhelpen; verhogen; verneuken; vernieuwen; verwerven
beberse absorberen; opnemen; opslorpen; opslurpen ledigen; leeggieten; leegmaken; leegslurpen; uitgieten
beberse haciendo ruido absorberen; opnemen; opslorpen; opslurpen leegslurpen
coger absorberen; opnemen; opslorpen; opslurpen aanklampen; aanpakken; aanvatten; achteroverdrukken; afbedelen; afnemen; beetgrijpen; beetnemen; beetpakken; bemachtigen; benemen; betrappen; binden; binnen halen; boeien; gappen; grijpen; halen; iets onverwachts doen; inpikken; jatten; kapen; ketenen; klauwen; kluisteren; leegstelen; nemen; nuttigen; obsederen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; onverlangd krijgen; oogsten; opdoen; oplopen; opnemen; opvangen; pakken; pikken; plukken; plunderen; roven; snaaien; snappen; stelen; te pakken krijgen; tepakkenkrijgen; toeëigenen; vangen; vastgrijpen; vastklampen; vastnemen; vastpakken; vatten; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; verrassen; verschalken; verstrikken; vervreemden; verzamelen; wat neervalt opvangen; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken
empaparse absorberen; opnemen; opslorpen; opslurpen
grabar absorberen; opnemen; opslorpen; opslurpen aantekenen; branden; controleren; etsen; examineren; graveren; griffelen; griffen; groeven; ingraveren; inkerven; insnijden; inspecteren; keuren; met een stift inkrassen; restaureren; schouwen; verzet aantekenen
incorporar absorberen; opnemen; opslorpen; opslurpen annexeren; incorporeren; inlijven; opnemen in groter geheel; oprichten; optrekken; overeindzetten; overnemen
sorber absorberen; opnemen; opslorpen; opslurpen afzuigen; leegslurpen; lurken; opzuigen; sabbelen; slurpen; wegzuigen; zuigen
sorber haciendo ruido absorberen; opnemen; opslorpen; opslurpen leegslurpen
sorber ruidosamente absorberen; opnemen; opslorpen; opslurpen leegslurpen; lurken; opslobberen; sabbelen; slobberen; zuigen
tomarse con fruición absorberen; opnemen; opslorpen; opslurpen leegslurpen

Wiktionary: opslurpen


Cross Translation:
FromToVia
opslurpen sorber; absorber absorberfaire pénétrer en soi, s’assimiler.